3.2.Met de brief van 18 augustus 2025 heeft het college het inkomen en draagkracht van eiseres gecorrigeerd, onder handhaving van de conclusie. Het inkomen per maand bedraagt € 1.714, 52 en de draagkracht is vastgesteld op € 779,91 per maand.
Het standpunt van eiseres
4. Eiseres heeft meegedeeld dat haar partner in detentie zit en dat zij wil scheiden en daartoe op 29 januari 2025 een verzoek heeft ingediend. Eiseres stelt dat er in de gegeven omstandigheden sprake is van duurzaam gescheiden leven in de zin van artikel 3, tweede lid, aanhef en onder b, van de Pw. Om deze redenen dient niet de norm van gehuwden met een niet rechthebbende partner te worden toegepast, maar de norm van alleenstaande. Eiseres kan de stelling van het college niet volgen dat er pas sprake is van een gewijzigde situatie als de echtscheidingsbeschikking is ingeschreven bij de gemeente. Eiseres verwijst naar een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 15 oktober 2024, ECLI:NL:CRVB:2024:2030. Relevante wet- en regelgeving
5. De voor deze zaak toepasselijke wet- en regelgeving zijn opgenomen in de bijlage, die deel uitmaakt van deze uitspraak.
Het oordeel van de rechtbank
6. De rechtbank dient de vraag te beantwoorden of de afwijzing van de aanvraag van eiseres om bijzondere bijstand voor woonkostentoeslag door het college terecht was.
7. De te beoordelen periode loopt in beginsel vanaf de datum van de aanvraag tot en met de datum van het primaire besluit.Dat brengt mee dat hier beoordeeld moet worden de periode van 10 september 2024 tot en met 30 oktober 2024 (beoordelingsperiode).
8. Eiseres heeft op 10 september 2024 een aanvraag om bijzondere bijstand in de vorm van woonkostentoeslag ingediend. Met het primaire besluit heeft het college de aanvraag afgewezen. Tijdens de hoorzitting op 30 januari 2025 (3 maanden later) heeft de gemachtigde van eiseres aangegeven dat de draagkracht is berekend waarbij rekening is gehouden met de partner van eiseres. Op 29 januari 2025 heeft eiseres haar gemachtigde opdracht gegeven om de echtscheiding aan te vragen. Omdat vanaf het moment van de aanvraag de gemeenschap van goederen vervalt, heeft dit invloed op de beoordeling van de aanvraag, aldus eiseres.
9. De rechtbank stelt voorop dat een ontwikkeling van nà de te beoordelen periode niet wordt meegenomen voor de beoordeling. Dit betekent dat het door eiseres gestelde verzoek tot echtscheiding, waarvan eiseres overigens geen onderbouwing heeft aangeleverd, niet wordt meegenomen in de beoordeling. In dit kader wordt vermeld dat de gemachtigde van eiseres op de zitting heeft meegedeeld dat het verzoek tot een echtscheiding op 18 juni 2025 is ingetrokken.
10. Verder wordt geoordeeld dat de omstandigheid dat een echtgenoot gedurende een langere periode gedetineerd is niet betekent dat er daardoor sprake is van een door één of beide echtgenoten gewilde verbreking van de echtelijke samenleving die een duurzaam karakter heeft.Dit kan anders zijn indien sprake is van een zéér lange gevangenisstraf, waarbij de in de jurisprudentie melding wordt maakt van 20 jaar.
11. Gelet op het voorgaande biedt het betoog van eiseres geen aanknopingspunt om te concluderen dat er sprake is van een duurzaam gescheiden leven zoals bedoeld in artikel 3 van de Pw, waar rekening mee had moeten worden gehouden ten aanzien van de aanvraag woonkostentoeslag.
12. Het college heeft in het verweerschrift de berekening gecorrigeerd. Om die reden bevat het bestreden besluit een motiveringsgebrek en het beroep is gegrond. De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of de rechtsgevolgen van het bestreden besluit, gelet op de nieuwe berekening in de brief van 18 augustus 2025, in stand moeten worden gelaten.
13. Met de brief van 18 augustus 2025 heeft het college het inkomen per maand en de draagkracht van eiseres opnieuw berekend.