ECLI:NL:RBROT:2025:3043
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtsgeldigheid van een huwelijk voor AOW-doeleinden en de gevolgen van niet-tijdige registratie
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 7 maart 2025 uitspraak gedaan in een geschil over de herziening van het AOW-pensioen van eiser, die stelt dat hij niet als gehuwd kan worden aangemerkt omdat zijn huwelijk niet is geregistreerd in de Basisregistratie Personen. Eiser ontving sinds 29 januari 2021 een AOW-pensioen naar de norm voor alleenstaanden, maar meldde op 12 april 2023 dat hij op 18 december 2022 in het buitenland was getrouwd. De verweerder herzag daarop het AOW-pensioen per 1 januari 2023 naar de norm voor gehuwden, wat leidde tot een terugvordering van teveel ontvangen AOW en een bestuurlijke boete. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank oordeelt dat de eisers beroepsgrond niet slaagt, omdat voor de AOW als gehuwd worden aangemerkt, registratie in de Basisregistratie Personen niet vereist is. Eiser heeft zelf aangegeven gehuwd te zijn en een huwelijksakte overgelegd. De rechtbank concludeert dat het huwelijk rechtsgeldig is, ondanks de niet-tijdige registratie. Eiser heeft zijn inlichtingenplicht geschonden door het huwelijk niet tijdig te melden, wat leidt tot de conclusie dat de terugvordering van de teveel betaalde AOW en de opgelegde boete terecht zijn. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de verzoeken om griffierecht en proceskostenvergoeding af.