Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het schriftelijke wrakingsverzoek van verzoeker van 7 april 2025;
- de brief van verzoeker van 8 april 2025;
- de brief van verzoeker van 30 april 2025.
Rechtbank Rotterdam
Op 8 mei 2025 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan op het verzoek tot wraking van mr. H. Bedee, rechter in een bestuurszaak. Verzoeker, woonachtig in Schiedam, had een wrakingsverzoek ingediend nadat de rechter in de hoofdzaak al een einduitspraak had gedaan op 3 april 2025. Het verzoek tot wraking werd op 8 april 2025 ontvangen, maar de rechtbank oordeelde dat verzoeker niet-ontvankelijk was in zijn verzoek. De wraking is een middel om de onpartijdigheid van de rechter te waarborgen, maar kan niet meer worden ingediend als de rechter al een eindbeslissing heeft genomen. De rechtbank verklaarde verzoeker niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking, met toepassing van het Wrakingsprotocol van de rechtbank. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de rechters M.C. Franken, F. Aukema-Hartog en F.P.J. Schoonen, in aanwezigheid van griffier R.W.H. van Rijkom.