3.8.Met het besluit van 3 november 2023 heeft de burgemeester het noodbevel opgeheven, na overleg met [naam bedrijf 1] en [naam bedrijf 2] over concrete beveiligingsmaatregelen.
4. Eisers betogen dat de burgemeester ten onrechte tot het afgeven van het noodbevel en de verlenging van het noodbevel is overgegaan. Eisers voeren daartoe aan dat de burgemeester zijn besluit heeft gestoeld op onvoldoende onderzoek. Ten aanzien van het noodbevel kunnen eisers nog volgen dat het tijdsverloop tussen de incidenten en het noodbevel maakt dat geen uitputtend en diepgravend onderzoek heeft plaatsgevonden. Ten aanzien van de verlenging van het noodbevel is de motivering van de burgemeester dat de dreigingssituatie ongewijzigd is onvoldoende om de verlenging te rechtvaardigen. Daarnaast heeft de burgemeester in strijd met het zorgvuldigheids- en evenredigheidsbeginsel gehandeld door onvoldoende de belangen van eisers te onderzoeken en af te wegen. Eisers nemen het de burgemeester kwalijk dat er met hen geen contact is opgenomen. Door de sluiting hebben eisers financiële schade opgelopen in de vorm van opdrachten die niet op de gewenste manier uitgevoerd konden worden, en imagoschade opgelopen. Het noodbevel en de verlenging daarvan hebben eisers buitenproportioneel getroffen. Verder heeft de burgemeester onvoldoende gekeken naar de inzet van minder vergaande instrumenten en daarmee onvoldoende rekening gehouden met de subsidiariteit van de maatregel. De stellingen die de burgemeester inneemt bijvoorbeeld over de ineffectiviteit van cameratoezicht zijn onvoldoende gemotiveerd.
5. De burgemeester heeft het noodbevel (en het besluit tot verlenging ervan) gebaseerd op artikel 175, eerste lid, van de Gemeentewet. Dit wetsartikel bepaalt dat de burgemeester, in geval van oproerige beweging, van andere ernstige wanordelijkheden of van rampen, dan wel van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, bevoegd is alle bevelen te geven die hij ter handhaving van de openbare orde of ter beperking van gevaar nodig acht. Artikel 175 van de Gemeentewet biedt de burgemeester dus de bevoegdheid om in het geval van een noodsituatie die een zeer ernstige inbreuk maakt op de openbare orde en veiligheid in de gemeente, snel en adequaat te handelen. Wat een noodsituatie is, kan zeer verschillend zijn en moet per geval worden beoordeeld.
6. Volgens vaste rechtspraakvan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) impliceert het criterium ‘ernstige vrees voor het ontstaan van ernstige wanordelijkheden’ dat de burgemeester beoordelingsruimte heeft. De rechter dient te beoordelen of de burgemeester, op het moment dat hij het noodbevel uitvaardigde, in redelijkheid tot het oordeel kon komen dat ernstige vrees bestond voor het ontstaan van ernstige wanordelijkheden. Bij deze toetsing moet worden uitgegaan van de informatie die de burgemeester op dat moment ter beschikking kon staan. Daarbij geldt als voorwaarde dat het noodbevel aan de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit voldoet. Bij subsidiariteit gaat het om de vraag of er minder verstrekkende middelen voorhanden zijn. Bij proportionaliteit gaat het om de vraag of het noodbevel niet verder gaat dan strikt noodzakelijk is.
Mocht de burgemeester overgaan tot de afgifte van een noodbevel inhoudende de sluiting van het terrein gedurende twee weken (besluit van 13 oktober 2023)?
7. De rechtbank constateert allereerst dat eisers ten aanzien van het noodbevel van 13 oktober 2023 zich enkel op het standpunt stellen dat de burgemeester onvoldoende rekening heeft gehouden met de belangen van eisers en daarmee het proportionaliteitsbeginsel heeft geschonden. De bevoegdheid tot het opleggen van het (eerste) noodbevel en de subsidiariteit daarvan is niet tussen partijen in geschil.
8. De rechtbank is van oordeel dat de burgemeester bij de afgifte van het eerste noodbevel voldoende rekening heeft gehouden met de proportionaliteit van de sluiting. De burgemeester is overgegaan tot afgifte van het noodbevel na meerdere incidenten bij het terrein. Uit de bestuurlijke rapportages van de politie van 12 en 13 oktober 2023 blijkt dat zowel op 12 oktober 2023 als op 13 oktober 2023 verdachten zijn aangetroffen bij het terrein met (zware) explosieven op zak. De burgemeester heeft vervolgens over mogen gaan tot de spoedsluiting. Bij een spoedsluiting hoeven de belangen van de betrokkenen niet (gelijk) in kaart te worden gebracht.Bovendien kan uit de stukken niet worden opgemaakt dat de burgemeester in de acute situatie van destijds al zicht had op de aanwezigheid van huurders. De periode van de spoedsluiting kan gebruikt worden om nader onderzoek te doen en de belangen van alle betrokkenen in kaart te brengen. Een noodbevel mag echter niet verder gaan dan strikt noodzakelijk. In dat kader vindt de rechtbank de termijn van twee weken van het noodbevel niet buiten proportioneel. De beroepsgrond slaagt niet.
Mocht de burgemeester overgaan tot verlenging van het noodbevel (besluit 26 oktober 2023)?
9. Ten aanzien van de bevoegdheid van de burgemeester tot het nemen van het verlengingsbesluit overweegt de rechtbank allereerst als volgt. Uit de aanvullende bestuurlijke rapportage van de politie van 23 oktober 2023 is gebleken dat, ondanks de sluiting, op 14 oktober 2023 omstreeks 01:30 uur toch een explosief is afgegaan bij het terrein. Ook heeft de politie in de aanvullende bestuurlijke rapportage van 26 oktober 2023 uiteengezet dat [persoon B] in verband wordt gebracht met een strafrechtelijk onderzoek naar financiële transacties. Deze informatie heeft de burgemeester aan het verlengingsbesluit ten grondslag gelegd, naast de eerder uitgebrachte bestuurlijke rapportages. De rechtbank is van oordeel dat de burgemeester zich onder deze omstandigheden in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat sprake was van ernstige vrees voor (verdere) ernstige wanordelijkheden. De rechtbank vindt het daarbij van belang dat er meerdere incidenten in korte tijd hebben plaatsgevonden nabij het terrein. Nadat twee dagen achter elkaar personen met explosieven waren aangehouden, is op
14 oktober 2023 tijdens de spoedsluiting alsnog een explosief afgegaan bij het terrein. Deze omstandigheden, in combinatie met het nog lopende onderzoek naar de achtergrond van de explosie, maken dat de rechtbank tot het oordeel komt dat de burgemeester nog steeds mocht uitgaan van een dreiging. De rechtbank acht de verstreken twee weken tussen de gebeurtenissen en het verlengingsbesluit ook niet dermate lang dat van de politie al meer concrete, dan wel meer complete, onderzoeksresultaten hoefden te worden verwacht. De informatie die de burgemeester op het moment van het nemen van het verlengingsbesluit ter beschikking stond was naar het oordeel van de rechtbank dus voldoende om de ernstige vrees voor (verdere) ernstige wanordelijkheden te rechtvaardigen.
10. Desalniettemin komt de rechtbank tot het oordeel dat het verlengingsbesluit van
26 oktober 2023 niet in stand kan blijven en dat de burgemeester ook niet heeft kunnen besluiten dit verlengingsbesluit in stand te laten. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.