ECLI:NL:RBROT:2025:6430
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor huurschuld door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam
In deze zaak heeft eiser, een 80-jarige man, een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand ter aflossing van een huurschuld van ongeveer € 12.000,-. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam heeft deze aanvraag afgewezen, omdat er volgens hen geen dringende redenen waren om bijzondere bijstand te verlenen. Eiser ontving AOW en een klein pensioen, en had sinds mei 2024 ook recht op een AIO-aanvulling en huurtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser in staat was om zijn huur te betalen, ondanks een periode van een lager inkomen. Eiser heeft meerdere keren geprobeerd een AIO-aanvulling aan te vragen, maar deze werd steeds afgewezen. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, omdat er onvoldoende bewijs was dat de huurschuld was ontstaan op het moment dat eiser over onvoldoende inkomsten beschikte. De rechtbank oordeelde dat de aanvraag om bijzondere bijstand terecht was afgewezen, omdat eiser niet had voldaan aan de voorwaarden voor het verkrijgen van deze bijstand. De rechtbank benadrukte dat er geen sprake was van zeer dringende redenen die de bijstandsverlening onvermijdelijk maakten, en dat eiser niet had meegewerkt aan een schuldregeling, wat het college had geadviseerd. De rechtbank concludeerde dat het college geen bijzondere bijstand hoefde te verlenen en dat eiser geen gelijk kreeg in deze zaak.