Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 juni 2025 in de zaak tussen
[eiser] , uit [plaatsnaam] , eiser,
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, UWV,
Samenvatting
Procesverloop
Totstandkoming bestreden besluit
Beoordeling door de rechtbank
,aannemelijk is dat eiser in die periode heeft gehandeld in auto’s. In deze periode van 20 juni 2019 tot en met 17 januari 2021, een periode van anderhalf jaar, hebben een tiental auto’s voor een relatief korte tijd op naam van eiser gestaan en kan van een handelsvoorraad worden gesproken. Daarnaast hebben in die periode ongeveer 19 auto’s op naam van familieleden gestaan. Eiser heeft op de zitting erkend dat familieleden voor hem auto’s op hun naam hebben gezet. Dat eiser het aanschaffen en verkopen van auto’s in die periode zag als hobbymatig, betekent niet dat het handelen niet op geld waardeerbaar is. Eiser heeft de conclusies van het onderzoeksrapport enkel betwist en is er niet in geslaagd met tegenbewijs, berustend op objectieve en verifieerbare gegevens, aannemelijk te maken dat hij dat niet heeft gedaan en/of daar geen inkomsten mee heeft verdiend.