Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het verzoekschrift van werknemer, met bijlagen;
- het verweerschrift van werkgever, met bijlagen;
- de nadere producties van werknemer met vermeerdering van het verzoek;
- de nadere producties van werkgever.
‘Heb je lopen sporten trouwens? Je lichaam zag er goed uit MAN! :))) Mooi in verhouding met je hoofd!’en om 6.03 uur:
‘De manier waarop jullie met mij omgingen. Niet de inhoud. Begrijp me goed! Niet de inhoud! Ik herinner me alles... Fatsoen. Respect. Die ga ik jullie teruggeven. Linksom of rechtsom. Vandaag of morgen’.Vervolgens stuurt werknemer 18 Whatsapp berichten naar een van zijn leidinggevenden waarin onder andere het volgende staat:
‘Waar je zo flink voor was. Flinke jongen? Hé?! Ben je straks op kantoor? Met je respectloze bek. Komt goed vriend. Geen zorgen. Ik zweer het op mijn vader. Ik kom binnenkort een pakketje terugbezorgen. Wat je geeft ga je terugkrijgen.’Naar zijn andere leidinggevende stuurt werknemer onder andere:
‘Heb binnenkort meer verrassingen voor jullie geen zorgen. Ik zweer het op mijn vader. Wat je van mij pakt, pak ik terug of vandaag of morgen. Of overmorgen of over 10 jaar of over 20 jaar. Maar ik pak het terug voordat ik deze wereld verlaat. Dat zweer ik nu hier. Geef dat maar door als je klaar bent met eten want je waggelt als je loopt.’
‘onaanspreekbaar’was en
‘heel diep in de put’zat. Verder zou werknemer anders reageren door zijn medicatie voor depressie en het omgaan met emoties. Werkgever stelt dat sprake is van een dringende reden, ook als werknemer in een dusdanige emotionele toestand was dat hem geen verwijt kan worden gemaakt. Volgens werkgever is er geen causaliteit tussen de bedreigingen en de vermeende emotionele toestand van werknemer, omdat er ‘veel tijd’ zat tussen het gesprek en de reactie van werknemer. De kantonrechter oordeelt als volgt. Gelet op de hoeveelheid berichten die werknemer stuurde in korte tijd, het feit dat hij na 5 maart 2025 geen berichten meer heeft gestuurd, de medicatie die hij gebruikt voor depressie en het omgaan met emoties en de verklaring van een vriend dat hij onaanspreekbaar was en diep in de put zat van het nieuws dat zijn arbeidsovereenkomst niet werd verlengd, is duidelijk dat werknemer de bedreigingen heeft geuit in een emotionele opwelling. Werknemer heeft op de zitting ook bevestigd dat hij overmand was met emotie, hij moeite heeft om te gaan met heftige emoties en dat er geen ratio achter het versturen van de berichten zat. Dat hij tijdens het gesprek op 4 maart 2025 een rustige indruk maakte en de berichten pas een dag na het gesprek zijn gestuurd, maakt dit niet anders. De kantonrechter vindt dan ook dat aan werknemer geen verwijt kan worden gemaakt van zijn gedrag, maar dat gelet op de ernst van zijn gedragingen er desondanks sprake is van een dringende reden voor ontslag op staande voet.