Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest.
4.Waardering van het bewijs
amen, te weten [valse naam 1 medeverdachte 2] , contact
tezamen€ 235.954,35)
enheeft omgezet,
5.Strafbaarheid feiten
1.oplichting, meermalen gepleegd, en
gewoontewitwassen.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
naastde curator een derde die bij de benadeling van de generieke schuldeisers is betrokken zelfstandig aan te spreken uit hoofde van artikel 6:162 BW (Hoge Raad 21 december 2001, ECLI:NL:HR:2001:AD2684). Anders dan de verdediging stelt, komt de curator derhalve in deze procedure geen exclusieve bevoegdheid toe om een vordering in te stellen.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden;
zes (6) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partijen te betalen de bedragen zoals vermeld in bijlage III, onder kolom F, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de data zoals vermeld in bijlage III, onder
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van het aantal dagen, zoals vermeld in bijlage III, kolom G; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;