In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 27 juni 2025, wordt het beroep van eiseres tegen de intrekking van haar toestemming voor het verrichten van beveiligingswerkzaamheden behandeld. De korpschef van politie had op 26 september 2023 de eerder verleende toestemming ingetrokken, omdat eiseres volgens de korpschef onvoldoende betrouwbaar werd geacht om werkzaamheden te verrichten voor een beveiligingsorganisatie. De rechtbank oordeelt dat de korpschef zich op basis van de feiten en omstandigheden redelijkerwijs op dit standpunt heeft kunnen stellen. Eiseres was op 24 februari 2023 staande gehouden en bleek onder invloed van alcohol en drugs te zijn, wat leidde tot haar aanhouding. De rechtbank benadrukt dat de betrouwbaarheid en integriteit van beveiligingsmedewerkers van groot belang zijn en dat de korpschef beoordelingsruimte heeft bij het intrekken van de toestemming. Eiseres betoogde dat haar onschuldpresumptie was geschonden en dat de intrekking onevenredig was, maar de rechtbank oordeelt dat de korpschef de intrekking terecht heeft gehandhaafd. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat zij haar beveiligingspas niet terugkrijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.