Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoekers;
- de heer [persoon A] , zoon van verzoekers;
- mevrouw N. Baycuman en de heer S. Rahim, beschermingsbewindvoerders;
- mevrouw [persoon B] , schuldhulpverlener.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 26 juni 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van een gedwongen schuldregeling door verzoekers, die in financiële problemen verkeren. Verzoekers hebben op 14 februari 2025 een verzoek ingediend op basis van artikel 287a lid 1 van de Faillissementswet, waarbij zij een schuldregeling hebben aangeboden aan hun schuldeisers. Dit aanbod werd echter niet door alle schuldeisers geaccepteerd, waaronder een belangrijke schuldeiser die weigerde in te stemmen met de regeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat het aanbod van verzoekers niet goed en controleerbaar is gedocumenteerd en dat verzoekers zich niet maximaal hebben ingespannen om hun financiële situatie te verbeteren. De rechtbank heeft daarbij gekeken naar de verplichtingen die verzoekers hadden in het minnelijk traject en geconcludeerd dat zij niet voldaan hebben aan de inspanningsplicht om te solliciteren naar een fulltime baan. De rechtbank heeft geoordeeld dat de belangen van de weigerende schuldeiser zwaarder wegen dan die van verzoekers en heeft het verzoek om de schuldeiser te bevelen in te stemmen met de schuldregeling afgewezen. De rechtbank zal in een aparte beslissing op het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling beslissen.