ECLI:NL:RBROT:2025:9028

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 juli 2025
Publicatiedatum
23 juli 2025
Zaaknummer
FT EA 23-817
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de schuldsaneringsregeling na het verstrijken van de looptijd

Op 16 juli 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de schuldsaneringsregeling voor een schuldenaar. De rechtbank had eerder op 1 november 2023 de schuldsaneringsregeling uitgesproken. De bewindvoerder heeft op 4 februari 2025 verslag uitgebracht over de beëindiging van de regeling, en op 24 juni 2025 is de laatste stand van zaken aan de rechtbank gerapporteerd. Tijdens de zitting op 2 juli 2025 is besproken dat de schuldenaar tot 9 juli 2025 de gelegenheid kreeg om aanvullende informatie aan te leveren. De bewindvoerder heeft op 10 juli 2025 aangegeven dat de schuldsaneringsregeling met acht maanden verlengd moet worden, omdat de schuldenaar niet aan zijn inspanningsplicht heeft voldaan in de periode van 1 september 2024 tot 1 mei 2025. De schuldenaar heeft verklaard dat hij wel aanwezig was bij de eerste medische keuring, maar dat deze niet doorging. Hij heeft ook aangegeven dat hij inmiddels een fulltime baan heeft en instemt met de verlenging van de regeling, mits er geen terugwerkende kracht wordt verleend voor de inspanningsplicht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenaar niet aan alle verplichtingen heeft voldaan, maar gezien zijn huidige werkstatus en de overige voldane verplichtingen, heeft de rechtbank besloten de schuldsaneringsregeling met acht maanden te verlengen. De verlenging gaat in op 16 juli 2025 en loopt tot 16 maart 2026. Gedurende deze verlenging blijven alle verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling van kracht.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
Verlenging termijn schuldsaneringsregeling
insolventienummer: [nummer]
uitspraakdatum: 16 juli 2025
Bij vonnis van deze rechtbank van 1 november 2023 is de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken ten aanzien van:
[schuldenaar],
[adres]
[postcode] [woonplaats] ,
schuldenaar,
bewindvoerder: N.T. van den Deijssel.

1.De procedure

De bewindvoerder heeft op 4 februari 2025 schriftelijk verslag uitgebracht over de beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling.
Op 24 juni 2025 heeft de bewindvoerder de rechtbank bericht omtrent de laatste stand van zaken.
De beëindiging is behandeld ter zitting van 2 juli 2025. Ter zitting zijn verschenen en gehoord:
  • de heer [schuldenaar] , schuldenaar;
  • mevrouw A. Zwanenburg, beschermingsbewindvoerder;
  • mevrouw M. Zomerdijk (waarnemend) bewindvoerder.
Ter zitting is besproken dat schuldenaar tot en met 9 juli 2025 de gelegenheid krijgt om aanvullende informatie bij de bewindvoerder aan te leveren, waarna de bewindvoerder de rechtbank nader zal informeren. Op 3 juli 2025 heeft de rechtbank in dat kader een brief gezonden naar schuldenaar.
De bewindvoerder heeft op 10 juli 2025 de van schuldenaar ontvangen stukken met haar commentaar aan de rechtbank toegezonden.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.De standpunten

Standpunt bewindvoerder
De bewindvoerder heeft – kort samengevat – verklaard dat het enige openstaande punt nog de tekortkoming in de inspanningsplicht is. Schuldenaar heeft in de periode van 1 september 2024 tot 1 mei 2025 niet voldaan aan de inspanningsplicht. In die periode was namelijk niet (meer) sprake van een ontheffing van de sollicitatieplicht. Om de mate van arbeids(on)geschiktheid te bepalen, was op 20 december 2024 een medische keuring aangevraagd. Deze stond vervolgens op 14 mei 2025 gepland. Schuldenaar is toen echter te laat op de afspraak gekomen, waardoor de afspraak niet is doorgegaan. Verder heeft zijn klantmanager, de heer [persoon A] , op 27 mei 2025 telefonisch contact gehad met schuldenaar en toen aangegeven dat hij op 28 mei 2025 terecht kon bij de keuringsarts voor een nieuwe keuring. Schuldenaar is toen zonder tegenbericht niet verschenen. Hij heeft in de periode 1 september 2024 tot 1 mei 2025 ook niet aantoonbaar gesolliciteerd. Schuldenaar heeft aan de overige verplichtingen wel voldaan.
In haar bericht van 10 juli 2025 heeft de bewindvoerder het standpunt ingenomen dat de schuldsaneringsregeling met acht maanden moet worden verlengd, om zodoende de tekortkoming in de inspanningsplicht te compenseren. Uit de door schuldenaar nagezonden stukken volgt niet dat aan hem met terugwerkende kracht een ontheffing van de sollicitatieplicht moet worden verleend. In de periode van 1 september 2024 tot 1 mei 2025 is dus niet voldaan aan de inspanningsverplichting.
Standpunt schuldenaar
Door schuldenaar is – kort samengevat – verklaard dat hij bij de eerste afspraak voor een medische keuring wel was verschenen, maar dat men de man met wie hij een afspraak had niet meer kon vinden. Bij de tweede afspraak kon schuldenaar niet komen, omdat hij een afspraak had bij zijn arts. Hij moest een scan maken van zijn buik. Schuldenaar heeft namelijk een buikwandbreuk, waardoor hij moeilijk kan zitten. Door die buikwandbreuk kon hij ook voor langere tijd niet werken. Inmiddels heeft hij nieuwe medicatie gekregen, waardoor hij sinds kort wel weer in staat is om te werken. Schuldenaar kreeg vanuit de gemeente, waar hij in een loopbaantraject zit, door dat hij zich in verband met zijn medische klachten moest laten keuren. Hij wil graag werken en heeft inmiddels, per 23 juni 2025, een fulltime baan. Schuldenaar heeft ter zitting verklaard dat hij in eerste instantie zeven maanden geleden al bij deze werkgever kon beginnen, maar dat hij toen last kreeg van een buikwandbreuk. Aangezien hij van zijn – inmiddels huidige – werkgever te horen kreeg, dat hij terug kon komen zodra hij in staat was om te werken, heeft hij verder niet gesolliciteerd.
Schuldenaar heeft ter zitting ingestemd met een verlenging van de schuldsaneringsregeling, voor zover niet met terugwerkende kracht een ontheffing wordt verleend voor de inspanningsplicht. Hij wil namelijk graag het probleem oplossen.

3.De beoordeling

De rechtbank stelt vast dat schuldenaar niet alle verplichtingen van de schuldsaneringsregeling naar behoren is nagekomen. Immers, schuldenaar heeft in de periode van 1 september 2024 tot 1 mei 2025 niet voldaan aan de inspanningsplicht. Aan schuldenaar is namelijk in die periode geen vrijstelling verleend van de sollicitatieplicht. De rechtbank ziet op basis van het verhandelde ter zitting en de nadien overgelegde stukken ook geen aanleiding om met terugwerkende kracht een ontheffing te verlenen. Daaruit blijkt namelijk niet dat schuldenaar in die periode arbeidsongeschikt was. Daarbij komt dat schuldenaar meerdere keren niet is verschenen bij een medische keuring. Het niet verschijnen bij een medische keuring valt schuldenaar aan te rekenen, tenzij sprake is van overmacht. Dat heeft hij niet aannemelijk gemaakt. Schuldenaar heeft verder ook niet (aantoonbaar) gesolliciteerd in de periode van 1 september 2024 tot 1 mei 2025.
De tekortkoming kan niet zonder consequenties blijven. Aangezien schuldenaar wel aan de overige verplichtingen heeft voldaan en inmiddels een (fulltime) baan heeft, ziet de rechtbank aanleiding om de schuldsaneringsregeling te verlengen. De rechtbank zal de termijn van de schuldsaneringsregeling verlengen met een periode van acht maanden om schuldenaar in de gelegenheid te stellen de tekortkoming in de sollicitatieplicht te compenseren en zo alsnog in aanmerking te komen voor de schone lei. Nu de termijn van artikel 349a van de Faillissementswet inmiddels is verstreken, zal de rechtbank de termijn van verlenging laten lopen vanaf 16 juli 2025 (vgl. HR 10 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:2935). Gedurende de verlenging zullen alle uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen onverkort van kracht blijven. Tijdens de zitting heeft schuldenaar met een verlenging van de schuldsaneringsregeling ingestemd.
Benadrukt wordt dat op grond van de wet (artikel 295 Faillissementswet) ook vermogensbestanddelen die schuldenaar tijdens de verlenging verkrijgt in de boedel vallen.
Gelet op het voorgaande zal als volgt worden beslist.

4.De beslissing

De rechtbank:
- bepaald dat de termijn, gedurende welke de toepassing van de schuldsaneringsregeling van kracht is, zal worden verlengd tot 16 maart 2026;
- bepaalt dat gedurende de verlenging alle uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen onverkort van kracht blijven.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Aukema, rechter, en in aanwezigheid van mr. T.M.M. de Laat, griffier, in het openbaar uitgesproken op 16 juli 2025. [1]

Voetnoten

1.Tegen deze uitspraak kan degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak, hoger beroep instellen. Het hoger beroep kan uitsluitend door een advocaat worden ingesteld bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof dat van deze zaak kennis moet nemen.