Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 augustus 2025 in de zaak tussen
[eiser], uit [plaatsnaam], eiser
De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Samenvatting
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
Ter zitting heeft eiser in aanvulling hierop aangevoerd dat hij inmiddels weliswaar is veroordeeld, maar tot een sanctie die lager is dan de in artikel 4, onder b, van de Handleiding Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 (Handleiding RWN) vermelde grens. Het naturalisatieverzoek had daarom niet mogen worden afgewezen. Eiser heeft verder aangevoerd dat de afwijzing leidt tot onevenredig nadeel voor zijn gezin en dat de staatssecretaris ten onrechte geen rekening heeft gehouden met de omstandigheid dat het naturalisatieverzoek ook is gedaan ten behoeve van zijn kind, op wie de afwijzingsgrond van artikel 9, eerste lid, onder a van de Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN) niet van toepassing is.
Ter zitting is besproken dat de veroordeling van eiser niet in de weg zal staan aan een nieuwe aanvraag. Het staat eiser dus vrij om een nieuw verzoek om naturalisatie te doen.