Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 15 november 2017, met bijlagen 1 tot en met 13;
- het antwoord, met bijlagen 1 tot en met 9;
- het tussenvonnis van 16 januari 2018;
- de akte vermeerdering van eis, met bijlagen 14 tot en met 20;
- de akte van [eisers] , met bijlage 21;
- de akte van [gedaagde] , met bijlagen 10 tot en met 13;
- het proces-verbaal van de zitting van 27 maart 2018;
- het tussenvonnis van 18 mei 2018;
- de akte van [gedaagde] met incidentele eis tot aanhouding van de procedure in verband met tussentijds hoger beroep;
- de akte vermeerdering van eis, met bijlage 22;
- het antwoord in incident;
- de rolbeslissing in het incident, waarbij de procedure is geschorst hangende het hoger beroep;
- de akte van [eisers] , met als bijlage 23 het eindarrest van Gerechtshof Den Haag van
- de akte van [gedaagde] , met bijlagen 10 tot en met 15 (lees: 14 tot en met 19);
- de brief van [gedaagde] , met bijlagen 16 tot en met 20 (lees: 20 tot en met 24);
- de akte van [eisers] met incidentele eis tot schorsing van de procedure in verband met het overlijden van [eisers] op 8 augustus 2024, met bijlage 24;
- het antwoord in incident;
- de akte van [eisers] tot intrekking van de incidentele eis tot schorsing van de procedure tevens houdende een verzoek tot naamswijziging aan de zijde van [eisers] ;
- de akte van [eisers] met bijlagen 25 en 26;
- de akte van [gedaagde] ;
- de akte wijziging van eis, met bijlagen 27 tot en met 39;
- de spreekaantekeningen van de gemachtigde van [eisers] .
2.De beoordeling
- betaling aan [eisers] van € 58.992,55 netto aan achterstallig loon over de periode april 2013 tot en met oktober 2017, met de wettelijke verhoging en rente;
- betaling aan [eisers] van het loon c.a. vanaf 1 november 2017 totdat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn beëindigd;
- verstrekking aan [eisers] van deugdelijke salarisspecificaties van deze betalingen, met een dwangsom van € 100,- per dag en maximaal € 50.000,-;
- storting van pensioenpremies op de daarvoor bestemde bankrekening over de afgelopen vijf jaren, met de wettelijke verhoging en rente, onder overlegging van deugdelijke bewijsstukken, met een dwangsom van € 250,- per dag en maximaal
- betaling aan [eisers] van € 2.385,21 aan kosten voor inschakeling van [deskundige] , met rente;
- betaling aan [eisers] van de buitengerechtelijke incassokosten, met rente;
- betaling aan [eisers] van de proceskosten, waaronder de beslagkosten, met rente.
- voor recht verklaard dat [eisers] de functie van Banketbakker II vervult bij [gedaagde] ;
- [gedaagde] veroordeeld tot betaling aan [eisers] van het loon c.a. vanaf
- [gedaagde] veroordeeld om deugdelijke loonspecificaties over te leggen van deze loonbetaling;
- [gedaagde] veroordeeld tot betaling aan [eisers] van € 2.385,21 aan kosten voor inschakeling van [deskundige] , met rente;
- [gedaagde] toegelaten tegenbewijs te leveren van de voorshands bewezen geachte data en (over)werktijden waarop de berekeningen van [deskundige] zijn gebaseerd;
- de zaak verwezen naar de rolzitting van 3 juli 2018 te 14.00 uur om [gedaagde] gelegenheid te geven zich bij akte hierover uit te laten en (gecorrigeerde) pensioenpremieoverzichten in het geding te brengen;
- iedere verdere beslissing aangehouden.
- voor recht verklaard dat [eisers] de functie van P.07 Productiemedewerker II, niveau II, vervulde bij [gedaagde] ;
- [gedaagde] veroordeeld tot betaling van het daarbij behorende loon vanaf 1 november 2017 tot 20 december 2020, onder verstrekking van deugdelijke loonspecificaties;
- afgewezen het meer of anders gevorderde ten aanzien van de inschaling en loonbetaling ter zake;
- de proceskosten van het hoger beroep gecompenseerd;
- het arrest in zoverre uitvoerbaar bij voorraad verklaard;
- het vonnis voor het overige bekrachtigd.
- betaling aan [eisers] van € 36.165,94 netto aan achterstallig loon over de periode april 2013 tot en met oktober 2017, met de wettelijke verhoging en rente;
- betaling aan [eisers] van de per 20 december 2020 opgebouwde maar niet genoten vakantiedagen, met rente;
- verstrekking aan [eisers] van deugdelijke salarisspecificaties van deze betalingen, met een dwangsom van € 100,- per dag en maximaal € 50.000,-;
- storting van pensioenpremies op de daarvoor bestemde bankrekening over de afgelopen vijf jaren, uitgaande van de datum van dagvaarding, onder overlegging van deugdelijke bewijsstukken, met een dwangsom van € 250,- per dag en maximaal € 50.000,-;
- betaling aan [eisers] van de buitengerechtelijke incassokosten, waaronder € 200,- in verband met twee aanvragen om deskundigenoordelen door het Uwv en € 1.210,- in verband met de inschakeling van loonadministrateur [persoon 4] , met rente;
- betaling aan [eisers] van de proceskosten, waaronder de beslagkosten, met rente.
vanafde dagvaarding. Naar de kantonrechter begrijpt gaat het bij de gevorderde afdracht om pensioenpremies echter over vijf jaren
voorafgaandaan de dagvaarding. Dit wordt in zoverre toegewezen dat [gedaagde] veroordeeld wordt om pensioenpremies over voormeld loon over april 2013 tot en met oktober 2017 te storten op de daarvoor bestemde bankrekening van het Bedrijfstakpensioenfonds voor het Bakkersbedrijf en daarvan bewijs te leveren aan [eisers] . [gedaagde] stelt dat hij al betalingen heeft gedaan. Voor zover naast de betalingen die [gedaagde] inmiddels heeft verricht ook de daarop betrekking hebbende pensioenpremies zijn afgestort, hoeft dat uiteraard niet nogmaals te worden gedaan. Ook dan geldt dat wel bewijs hiervan geleverd moet worden.
3.De beslissing
- om aan [eisers] te betalen € 36.165,94 netto aan loon over de periode van april 2013 tot en met oktober 2017 en € 3.616,59 netto aan wettelijke verhoging daarover, een en ander met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over de te onderscheiden bedragen die tezamen deze bedragen aan loon en wettelijke verhoging hebben opgeleverd vanaf de data van verzuim wat betreft de betaling daarvan tot de dag dat volledig is betaald (een en ander onder aftrek van de reeds verrichte betalingen);
- om aan [eisers] te betalen het bedrag van de door [eisers] per 20 december 2020 opgebouwde maar niet genoten vakantiedagen over het jaar 2020, met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf die datum tot de dag dat volledig is betaald;
- om aan [eisers] te verstrekken deugdelijke salarisspecificaties van voormelde betalingen;
- om pensioenpremies over voormeld loon over april 2013 tot en met oktober 2017 te storten op de daarvoor bestemde bankrekening van het Bedrijfstakpensioenfonds voor het Bakkersbedrijf en daarvan bewijs te verstrekken aan [eisers] ;
- om aan [eisers] te betalen € 2.546,66 aan buitengerechtelijke incassokosten, met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf vandaag tot de dag dat volledig is betaald;