ECLI:NL:RBSGR:2012:BY1628
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening van kinderopvangtoeslag en de rechtsgeldigheid van de herziening
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 9 oktober 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de Belastingdienst/Toeslagen over de herziening van de kinderopvangtoeslag voor het jaar 2007. Eiseres had in 2009 een kinderopvangtoeslag van € 15.636 ontvangen, maar deze werd in januari 2012 herzien naar € 0. De Belastingdienst stelde dat eiseres niet had aangetoond dat zij kosten had gemaakt voor kinderopvang, wat leidde tot de herziening van de toeslag. Eiseres voerde aan dat de herziening onterecht was, omdat er geen nieuwe feiten waren die deze wijziging rechtvaardigden en dat de beslissing op bezwaar ongunstiger was dan het oorspronkelijke besluit, wat in strijd zou zijn met het verbod op reformatio in peius.
De rechtbank oordeelde dat de Belastingdienst niet meer bevoegd was om de eerder vastgestelde kinderopvangtoeslag te herzien. De rechtbank stelde vast dat de Belastingdienst op de hoogte was van onregelmatigheden bij het gastouderbureau dat door eiseres was ingeschakeld, maar dat deze informatie niet als nieuw feit kon worden aangemerkt. De rechtbank concludeerde dat eiseres erop mocht vertrouwen dat de kinderopvangtoeslag correct was vastgesteld op basis van de informatie die zij had verstrekt. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit van de Belastingdienst en verklaarde het beroep van eiseres gegrond. Tevens werd de Belastingdienst veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die op € 1.748 werden vastgesteld.
Deze uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid bij de herziening van toeslagen en de verplichting van de Belastingdienst om voldoende bewijs te verzamelen voordat een definitieve beslissing wordt genomen. De rechtbank heeft de rechtsbescherming van de burger gewaarborgd door te oordelen dat de Belastingdienst niet zomaar kan terugkomen op eerder genomen besluiten zonder voldoende onderbouwing.