ECLI:NL:RBZLY:2011:BR1608
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.H.J. Harmeijer
- F. van der Maden
- S.M. Milani
- Rechtspraak.nl
Illegale adoptie en valsheid in geschrifte in de zaak van verdachte A en verdachte B
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 14 juli 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen verdachte A en verdachte B, die in 2008 in België een baby, genaamd baby J., hebben gekocht. De rechtbank heeft hen veroordeeld voor valsheid in geschrifte en illegale adoptie. De rechtbank legde een voorwaardelijke celstraf van acht maanden op, samen met een werkstraf van 240 uur en een voorwaardelijke boete van €1.000,- met een proeftijd van twee jaar. De tenlastelegging is ter terechtzitting van 30 juni 2011 gewijzigd, waarbij de rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie stelde dat het tijdsverloop tussen de feiten en de behandeling ter terechtzitting niet tot niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie leidde, maar mogelijk tot strafvermindering. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op de hoogte was van de regels rondom adoptie en dat er sprake was van een vooropgezet plan om baby J. in strijd met de waarheid op hun naam te zetten. De rechtbank achtte het onder 1 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, evenals het onder 2 ten laste gelegde. De rechtbank oordeelde dat de verdachte en haar medeverdachte niet voldaan hadden aan de voorwaarden van de adoptiewetgeving, wat leidde tot de veroordeling. De rechtbank hield rekening met de overschrijding van de redelijke termijn van artikel 6 EVRM, wat resulteerde in een lagere straf dan oorspronkelijk geëist. De rechtbank benadrukte de ernst van de zaak, gezien het welzijn van baby J. en de schending van het vertrouwen in authentieke akten.