ECLI:NL:RBZUT:2011:BU4998
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. van der Mei
- Kleinrensink
- Prisse
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk verklaard door rechtbank Zutphen
Op 14 november 2011 heeft de rechtbank Zutphen uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure, waarbij verzoeker niet-ontvankelijk werd verklaard in zijn verzoek tot wraking van de rechter. Het verzoekschrift tot wraking was op 6 september 2011 ingediend en de behandeling vond plaats op 31 oktober 2011. Verzoeker had zijn wrakingsverzoek onderbouwd met de stelling dat de rechter onvoldoende kennis had van de Wet Inburgering 2007 en onvoldoende onderzoek had verricht in de zaak met zaaksnummer 10/1674 BESLU 216. Tijdens de behandeling van het wrakingsverzoek gaf verzoeker aan geen indruk van partijdigheid te hebben gehad van de rechter.
De rechtbank overwoog dat op grond van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een rechter gewraakt kan worden op basis van feiten die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De rechtbank stelde vast dat het wrakingsverzoek niet tijdig was ingediend, aangezien er al een einduitspraak was gedaan in de betreffende zaak. Dit betekent dat verzoeker niet in zijn verzoek tot wraking kon worden ontvangen, en de rechtbank kwam niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van het verzoek.
De beslissing werd genomen door de meervoudige wrakingskamer, bestaande uit de voorzitter mr. M. van der Mei en de rechters mrs. Kleinrensink en Prisse. De uitspraak werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier mr. F.A. Demmers.