Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
- over 2007 tot een bedrag van € 2.110.536 (aanslagnummer [nummer].A.01.750.0) en heffingsrente van € 274.472;
- over 2008 tot een bedrag van € 2.035.606 (aanslagnummer [nummer].A.01.850.0) en heffingsrente van € 160.303;
- over 2009 tot een bedrag van € 2.170.400 (aanslagnummer [nummer].A.01.950.0) en heffingsrente van € 96.854.
2.Feiten
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
- de schepen behoren tot haar onderneming.
- per schip dient een beoordeling te worden gemaakt inzake de exploitatie daarvan.
- het gezag over de bemanningsleden van de schepen berust bij belanghebbende, nu het gezag wordt uitgeoefend door de kapiteins die bij haar in dienst zijn.
- de inspecteur bewijst niet dat sprake is van persoonlijke arbeid in Nederland, zoals het genoemde artikel vereist.
- de bemanningsleden werken in blokken van twee of drie weken en wisselen tijdens de reis, zodat de internationale reis van een schip niet betekent dat door een willekeurig bemanningslid arbeid wordt verricht in Nederland.
- er is op grond van het genoemde artikel ook geen sprake van het verrichten van werkzaamheden die zijn gericht op het verlenen van tussenkomst.
- het gaat om werkzaamheden welke zijn gericht op het door belanghebbende uit te voeren scheepsmanagement. Belanghebbende zet haar personeel in om de daartoe gesloten overeenkomst na te komen.
- Nederland is niet heffingsgerechtigd ter zake van premies sociale verzekeringen.
- het is volgens belanghebbende niet haar doel om bemanningsleden in Nederland te laten werken.
- de bemanningsleden zijn geen rijnvarenden.
- de Verordening (EG) nr. 1408/71 (hierna: de Verordening) is van toepassing, nu er E-101 verklaringen zijn afgegeven.
- volgens de brief met dagtekening 19 december 2011 van het (Luxemburgse) Centre Commun de la Sécurité Social wordt belanghebbende, in ieder geval tot 3 oktober 2011, op de Certificats d’Exploitants als exploitant vermeld. Voorts bevestigt de brief van de Inspectie Verkeer & Waterstaat met dagtekening 24 juli 2009 dat ter zake van het mts. Liguria het Certificat d’Exploitant in ieder geval tot en met 30 juli 2008 geldig was.
- belanghebbende wordt op de Rijnvaartverklaringen als exploitant vermeld.
- nu belanghebbende als werkgever niet in Nederland is gevestigd, is zij op grond van artikel 6, tweede lid, van de Wet LB ook niet inhoudingsplichtig.
een werknemer of een zelfstandige, alsmede elke persoon die krachtens de van toepassing zijnde wetgeving met hen wordt gelijkgesteld, die behorend tot het varend personeel zijn beroepsarbeid verricht aan boord van een schip, dat met winstoogmerk in de Rijnvaart wordt gebruikt en is voorzien van het certificaat, bedoeld in artikel 22 van de herziene Rijnvaartakte, ondertekend te Mannheim, op 17 oktober 1868 (hierna: het certificaat), met inachtneming van de wijzigingen, welke daarin zijn aangebracht of nog zullen worden aangebracht, alsmede van de daarop betrekking hebben uitvoeringsvoorschriften”.
- de omstandigheid dat de exploitatie voor rekening en risico van de scheepseigenaren komt, hetgeen wordt bevestigd in de jaarstukken van de in de derdenonderzoeken betrokken Nederlandse rechtspersonen, maakt het weinig aannemelijk dat de feitelijke exploitatie van de schepen zonder enige vorm van toezicht van deze eigenaren zou kunnen plaatsvinden. Dan ligt het niet voor de hand dat het gezag over de bemanningsleden door belanghebbende werd uitgeoefend.
- de werkzaamheden van de bemanningsleden vormen een integraal onderdeel van de bedrijfsactiviteiten van de scheepseigenaren.
- aannemelijk is dat degene die de winst incasseert het meest gebaat is bij de daadwerkelijke exploitatie. Uit derdenonderzoeken blijkt dat geen enkel exploitatieresultaat bij belanghebbende terecht is gekomen. Dit zal ook niet het geval zijn geweest bij de overige opdrachtgevers, aangezien de vergoeding steeds op dezelfde wijze wordt gefactureerd.
- Nederland mag sociale verzekeringspremies heffen over de lonen van alle opvarenden op in Nederland geregistreerde schepen, omdat de Nederlandse eigenaar als exploitant wordt aangemerkt.
5.Proceskosten
6.Beslissing
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: