Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 4 augustus 2014 van de meervoudige kamer in de zaak tussen
de besloten vennootschap[naam bedrijf] B.V., te [vestigingsplaats], eiseres,
Procesverloop
Overwegingen
het Wob-verzoek wordt gevraagd om documenten die niet in het bezit zijn van de CVOM. Het Wob-verzoek is daarom doorgestuurd naar de opsporingsinstantie, te weten de KLPD.
Eiseres voert verder aan dat zij heeft gevraagd om openbaarmaking van documenten aangaande vermeende verkeersovertredingen en de daarbij betrokken (opsporings)ambtenaren. Eiseres voert primair aan dat de CVOM de foto’s van de verkeersovertreding rechtstreeks kan raadplegen via het [naam systeem]-systeem van de politie. Daarmee berust in ieder geval een deel van de gevraagde informatie bij de CVOM.
Het tweede lid van dit artikel bepaalt dat het bestuursorgaan de beslissing voor ten hoogste vier weken kan verdagen. Van de verdaging wordt voor de afloop van de eerste termijn schriftelijk gemotiveerd mededeling gedaan aan de verzoeker.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit, voor zover dat betrekking heeft op de dwangsombeschikking en op de weigering om aan eiseres een dwangsom toe te kennen wegens het niet tijdig beslissen op het bezwaar;herroept de dwangsombeschikking;
- stelt de hoogte van de door de CVOM aan eiseres verbeurde dwangsom in verband met het niet tijdig beslissen op het Wob-verzoek vast op € 400,00;
- stelt de hoogte van de door de CVOM aan eiseres verbeurde dwangsom in verband met het niet tijdig beslissen op het bezwaar vast op € 1.260,00;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde deel van het bestreden besluit;
- laat het bestreden besluit voor het overige in stand;
- draagt de CVOM op het betaalde griffierecht van € 160,00 aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt de CVOM in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.461,00.