ECLI:NL:RBZWB:2016:7121
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de belastingrechter inzake voorlopige voorzieningen bij uitstel van betaling van toeristenbelasting
Op 11 november 2016 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak over een verzoek om voorlopige voorziening met betrekking tot aanslagen toeristenbelasting voor de jaren 2013 tot en met 2015. Verzoekster, eigenaar van een camping, had verzocht om uitstel van betaling van de opgelegde aanslagen, maar de invorderingsambtenaar van de gemeente Veere had dit verzoek afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de belastingrechter niet bevoegd is om een voorlopige voorziening te treffen in zaken die betrekking hebben op uitstel van betaling van gemeentelijke belastingen, zoals toeristenbelasting. Dit is in lijn met de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet, die bepalen dat dergelijke besluiten onder de civiele rechter vallen. De voorzieningenrechter concludeerde dat de aanslagen niet onmiskenbaar onrechtmatig waren opgelegd en dat er geen reden was om deze te schorsen. Het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen, en de rechtbank verklaarde zich onbevoegd voor het overige. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier, en er staat geen hoger beroep open tegen deze beslissing.