In deze zaak hebben verzoekers bezwaar gemaakt tegen de besluiten van de burgemeester van de gemeente Zundert, die hen gelastte hun woning en schuur te sluiten voor de duur van drie maanden op grond van artikel 13b van de Opiumwet. De burgemeester had op 25 november 2016 besloten tot sluiting na het aantreffen van een hennepkwekerij op hun perceel, waar 219 hennepplanten en 9900 stekken werden aangetroffen. Verzoekers hebben de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening, omdat zij van mening zijn dat de sluiting niet in verhouding staat tot de overtreding en dat er bijzondere omstandigheden zijn die de burgemeester zouden moeten doen afzien van sluiting.
De voorzieningenrechter heeft op 3 januari 2017 uitspraak gedaan. Tijdens de zitting op 20 december 2016 zijn verzoekers verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde, en de burgemeester was vertegenwoordigd door mr. drs. T.N. Sanders. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de burgemeester bevoegd was om de sluiting op te leggen, maar dat de eis om de ramen van ondoorzichtig folie te voorzien te verstrekkend was. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen voor dit specifieke onderdeel, maar het verzoek om schorsing van de sluiting zelf afgewezen. De burgemeester is veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan verzoekers.
De uitspraak benadrukt de bevoegdheid van de burgemeester op basis van de Opiumwet en de noodzaak van een belangenafweging bij het opleggen van bestuursdwang. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de burgemeester in dit geval niet onredelijk heeft gehandeld, maar dat de specifieke maatregel van ondoorzichtig folie niet noodzakelijk was voor de sluiting.