Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
ASR Schadeverzekeringen N.V.,
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak verzoekt de verzoeker, slachtoffer van een verkeersongeval, om bevoorschotting van de kosten die hij heeft gemaakt in verband met de schadevergoeding. De verzoeker is betrokken geweest bij een ongeval op 6 mei 2017, waarbij zijn auto frontaal werd aangereden door een verzekerde van ASR. Na het ongeval heeft de verzoeker medische behandeling ondergaan en is hij onder behandeling bij een psycholoog vanwege een posttraumatische-stressstoornis (PTSS). De verzoeker heeft ASR verzocht om een voorschot op de schadevergoeding, wat ASR heeft erkend en gedeeltelijk heeft betaald. Echter, de verzoeker stelt dat de volledige buitengerechtelijke kosten niet zijn vergoed en dat hij in financiële problemen verkeert door het uitblijven van een volledige schadevergoeding.
De kantonrechter oordeelt dat er sprake is van een deelgeschil, omdat een beslissing over de bevoorschotting van de buitengerechtelijke kosten kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst. De rechter wijst het verzoek echter af, omdat de verzoeker niet heeft voldaan aan de dubbele redelijkheidstoets. De kantonrechter concludeert dat de reeds door ASR betaalde bedragen aan buitengerechtelijke kosten redelijk zijn en dat het verzoek om verdere bevoorschotting niet is onderbouwd. De kosten van de procedure worden begroot op nihil, en het meer of anders verzochte wordt afgewezen.