Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Beslissing
- verklaart het beroep met betrekking tot de vergrijpboete (BRE 20/1062) gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar ten aanzien van de vergrijpboete;
- vermindert de boetebeschikking tot een bedrag van € 1.986;
- verklaart het beroep met betrekking tot de naheffingsaanslag (BRE 19/3440) ongegrond;
- veroordeelt de Minister tot vergoeding van immateriële schade aan belanghebbende tot een bedrag van € 1.000;
- veroordeelt de Minister in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 534;
- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 1.068;
- gelast dat de Minister het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 174 aan hem vergoedt;
2.Gronden
Er is 's nachts, van dinsdag 13 oktober op woensdag 14 oktober jl., ingebroken in een van onze wagens met nummerplaat [kenteken 1] . Auto stond aan de [adres] . Ze hebben de zijruit van de bijrijderskant in geslagen. Het dashboardkastje stond open. Bij controle is gebleken dat ze de modulen van het navigatie systeem mee genomen hebben.”
Service programma ADVANCE Q08122/0001, Mercedes-Benz (…) Plaat [kenteken 1] ”.Verder zijn ter zake van de Mercedes verkeersboetes opgelegd vanwege verkeersovertredingen in Nederland op 11 januari 2014 en 16 februari 2015 en zijn diverse autokosten gemaakt, welke boetes en kosten door [BVBA] aan belanghebbende in rekening zijn gebracht en door hem zijn betaald.
“betreft de nieuw te leveren Rang Rover Sport voor de heer [belanghebbende] ”.Tevens staat in huurovereenkomst 2 vermeld dat door de huurder voor aflevering van de Range Rover een waarborgsom van € 40.000 en een huurdepot van € 34.560 is voldaan. In de verzekeringspolis betreffende de Range Rover is belanghebbende als gebruikelijke bestuurder vermeld. [BVBA] heeft diverse kosten van de Range Rover aan belanghebbende doorbelast en die zijn door belanghebbende voldaan. Tot de gedingstukken behoort bijvoorbeeld een factuur van doorbelasting door [BVBA] aan belanghebbende van de verzekeringspremie over de periode 4 april 2014 tot en met 4 april 2015 voor de Range Rover.
Door huurder is voor aflevering van de wagen een waarborgsom voldaan groot € 40.000,00 en huurdepot voldaan groot € 34.560,00 ( [BV 2])”.
“bijgaande een bekeuring, gemaakt met het door u gehuurde voertuig”.
betreft de nieuw te leveren Range Rover Sport voor de heer [belanghebbende]”. Ook heeft belanghebbende het abonnement voor een voertuigvolgsysteem van [systeemaanbieder] afgesloten per 8 april 2014 en staat belanghebbende als bestuurder vermeld op een schadeformulier van 8 oktober 2015. Daarnaast heeft [BVBA] voor de auto diverse rekeningen voor onderhoud, huur, rijbelasting en verzekering aan belanghebbende gestuurd, welke belanghebbende betaald heeft. De inspecteur is gelet op deze feiten en omstandigheden van mening dat het huurcontract met de heer [naam] geen realiteitsgehalte heeft en dat de auto vanaf 3 april 2014 feitelijk ter beschikking heeft gestaan aan belanghebbende.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;