Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
- op het bezwaar van belanghebbende tegen de in rekening gebrachte betekeningskosten van het dwangbevel inzake de voorlopige aanslag vennootschapsbelasting 2019 met aanslagnummer [aanslagnummer] .V.90.0112 (hierna: betekeningskosten 2019);
- op het bezwaar van belanghebbende tegen de in rekening gebrachte betekeningskosten van het dwangbevel inzake de voorlopige aanslag vennootschapsbelasting 2020 met aanslagnummer [aanslagnummer] .V.00.0112 (hierna: betekeningskosten 2020).
1.Beslissing
- verklaart het beroep over de betekeningskosten van het dwangbevel inzake de voorlopige aanslag vennootschapsbelasting 2020 niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep over de betekeningskosten van het dwangbevel inzake de voorlopige aanslag vennootschapsbelasting 2019 ongegrond;
- veroordeelt de ontvanger in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 1.536,20;
- gelast dat de ontvanger het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 360 aan haar vergoed.
2.Gronden
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;