ECLI:NL:RBZWB:2022:3673
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op bezwaar inzake compensatie kinderopvangtoeslag
Op 4 juli 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiseres en de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres had beroep ingesteld omdat de Belastingdienst niet tijdig had beslist op haar bezwaar tegen een besluit over de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag, dat op 6 oktober 2021 was genomen. Eiseres had op 10 november 2021 bezwaar gemaakt, maar de Belastingdienst had niet binnen de wettelijk vereiste termijn van twaalf weken beslist. Eiseres stelde de Belastingdienst op 13 mei 2022 in gebreke, maar er was nog steeds geen besluit genomen. De rechtbank oordeelde dat het beroep kennelijk gegrond was, omdat de beslistermijn was overschreden. De rechtbank droeg de Belastingdienst op om binnen tien weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. Tevens werd een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn werd overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres kreeg ook haar griffierecht van € 50,- vergoed en een proceskostenvergoeding van € 379,50. De rechtbank benadrukte dat de zaak als licht werd aangemerkt, gezien de jurisprudentie van de Raad van State over geschillen met betrekking tot het uitblijven van een besluit.