ECLI:NL:RBZWB:2022:4081
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Snoeks
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet na vermeende medewerkingsweigering aan huisbezoek
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 augustus 2022, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet beoordeeld. Eiser had op 26 januari 2021 een aanvraag ingediend, die door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oisterwijk werd afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat eiser geen medewerking had verleend aan een huisbezoek, wat noodzakelijk was om zijn recht op bijstand vast te stellen. Eiser had eerder een voorlopige voorziening aangevraagd, maar deze was afgewezen op 11 februari 2021.
De rechtbank constateert dat eiser niet aanwezig was tijdens de zitting op 30 juni 2022, waar zijn beroep werd behandeld. De rechtbank oordeelt dat het college terecht de aanvraag heeft afgewezen, omdat eiser zijn medewerkingsverplichting heeft geschonden. Eiser had weliswaar betoogd dat hij medewerking had verleend, maar de rechtbank oordeelt dat zijn stellingen niet onderbouwd zijn. De rechtbank wijst erop dat de rapporteurs van het huisbezoek hebben vastgesteld dat eiser zich niet aan de afspraken heeft gehouden en dat hij zelfs heeft aangegeven de uitkering te willen laten zitten.
De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat eiser geen recht heeft op bijstand, omdat hij niet heeft voldaan aan de wettelijke verplichtingen die aan de aanvraag zijn verbonden. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om in hoger beroep te gaan.