ECLI:NL:RBZWB:2022:5192
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijkverklaring van bezwaar studiefinanciering
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 september 2022, wordt het beroep van eiser tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn bezwaar door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap beoordeeld. Eiser had bezwaar gemaakt tegen het besluit van de minister om zijn aanvraag voor studiefinanciering voor de periode oktober tot en met december 2021 af te wijzen. De minister verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk, omdat eiser geen procesbelang zou hebben, aangezien hem studiefinanciering was toegekend voor de periode augustus tot en met december 2021. Eiser heeft beroep ingesteld tegen deze niet-ontvankelijkverklaring.
De rechtbank oordeelt dat eiser ontvankelijk is in zijn beroep, omdat hij belang heeft bij de beoordeling van de niet-ontvankelijkverklaring. De rechtbank concludeert dat de minister terecht niet is overgegaan tot vergoeding van de proceskosten in bezwaar, omdat het toewijzend besluit al vóór het indienen van het bezwaarschrift was genomen. Eiser had kunnen afleiden dat het toewijzend besluit het geldende besluit was, en het was niet nodig om bezwaar te maken tegen het afwijzend besluit. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor het bestreden besluit in stand blijft. Eiser ontvangt geen vergoeding voor de gemaakte kosten in bezwaar en krijgt het betaalde griffierecht niet terug.