Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Inleiding
2.Feiten
Uit vorenstaande bevindingen volgt dat tegenover het salaris dat [belanghebbende] ontving vanuit [BVBA] geen economische tegenprestatie stond. [directeur] , directeur van [BVBA] , heeft zich gedwongen gevoeld [belanghebbende] als directeur te benoemen en een salaris te betalen. De betalingen waren feitelijk onverplicht maar werden gedaan door [directeur] om ergere consequenties te voorkomen. Er is hier, onder andere gezien de verklaringen van [directeur] , sprake geweest van afpersing dan wel dwang. Daarmee is het "salaris" ad C 45.000,- dat [belanghebbende] uit [BVBA] ontving te kwalificeren als voorwerpen afkomstig van enig misdrijf.’
- Hij [belanghebbende] al een jaar of 10 van naam en gezicht kent;
- Hij ongeveer 2 jaar geleden door [belanghebbende] telefonisch is benaderd om eens bij hem langs te komen;
- Hij vervolgens op verzoek van [belanghebbende] een auto heeft ingevoerd;
- [belanghebbende] in februari 2014 aan hem vroeg een auto uit Denemarken in te voeren;
- Deze invoer misging omdat men kennelijk was opgelicht;
- [belanghebbende] hem hiervoor verantwoordelijk hield en een "oplossing" eiste om de € 62.000,- aan [belanghebbende] terug te betalen;
- Hij [belanghebbende] hiervoor op de loonlijst van [BVBA] moest zetten en maandelijks een salaris van € 3.000,- moest betalen;
- [belanghebbende] hiervoor wel enkele klanten had aangebracht waaraan hij goed aan had verdiend;
- Hij naast het salaris ook de € 62.000,- moest terugbetalen;
- Hij denkt dat [belanghebbende] ongeveer een halfjaar, dus tot eind 2014, op de loonlijst heeft gestaan;
- [belanghebbende] ergens begin 2014 ingeschreven werd in zijn vennootschap [BVBA] ;
- Hij hem in overleg met [belanghebbende] voor ongeveer een half jaar ingeschreven heeft;
- [belanghebbende] wilde tonen dat hij nog niet zo slecht was en voor klanten zou gaan zorgen;
- Hij [belanghebbende] € 3.000,- (inclusief onkosten) per maand betaalde;
- Hij dit allemaal toeliet omwille van zijn familie en gezin;
- Hij [belanghebbende] moest betalen met o.a. boete en rente erbij;
- [belanghebbende] vroeg wat zijn bedrijf waard was;
- [belanghebbende] zich in het bedrijf van [directeur] zou inkopen;
- [belanghebbende] dan klanten zou aanbrengen waaraan [directeur] geld zou kunnen verdienen om vervolgens [belanghebbende] te betalen;
- Nee, zeggen tegen dit plan van [belanghebbende] geen optie was;
- De door [belanghebbende] aangebrachte klanten en auto's onvoldoende waren om zijn salaris te rechtvaardigen;
- Hij mede n.a.v. hiervan niet meer aan zijn financiële verplichtingen kon voldoen en de boeken heeft neergelegd;
- [belanghebbende] godzijdank nooit op het bedrijf kwam;
- Dit wel zijn bedoeling geweest is, maar het er nooit van gekomen is;
- De salarisbetalingen van € 3.000,- per maand aan [belanghebbende] terug te vinden zijn in de bankafschriften;
- [belanghebbende] ongeveer 6 maanden ingeschreven is geweest;
- Dit geweest is tot het faillissement;
- In augustus 2013 is [directeur] bij mij gekomen, omdat iemand geld aan hem had geleend;
- [directeur] was in elkaar geslagen en zijn gezicht zag bont en blauw; (…)
- [directeur] wilde een loonbrief hebben waarin beschreven stond dat [belanghebbende] een nettoloon ad € 3.000,- heeft uit [BVBA] vanaf september 2013; (…)
- [directeur] heeft tegen mij gezegd dat [belanghebbende] hem geld heeft geleend maar dat hij dit niet kon terug betalen en dat er daar problemen waren;
- [directeur] heeft mij verteld dat hij bedreigd werd door die [belanghebbende] ; (…)
3.Beoordeling door de rechtbank
4.Conclusie en gevolgen
5.Beslissing
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;