ECLI:NL:RBZWB:2022:7544
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om naturalisatie op basis van openbare orde en rehabilitatietermijn
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 9 december 2022 uitspraak gedaan in een naturalisatiezaak. Eiser, een Syrische nationaliteit houder, had op 9 januari 2020 een verzoek om naturalisatie ingediend, maar dit verzoek werd op 23 december 2021 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op artikel 9, eerste lid, aanhef en onder a, van de Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN), omdat er ernstige vermoedens bestonden dat eiser een gevaar voor de openbare orde opleverde. Eiser was onherroepelijk veroordeeld tot een maand voorwaardelijke gevangenisstraf en 120 uur taakstraf, waardoor de rehabilitatietermijn van vijf jaar nog niet was verstreken. Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld, maar de rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris terecht had gehandeld. De rechtbank concludeerde dat de door eiser aangevoerde omstandigheden niet voldoende waren om af te wijken van het beleid dat is neergelegd in de Handleiding voor de toepassing van de RWN. Eiser had ook geen recht op bescherming onder het Unierecht, aangezien zijn verzoek om naturalisatie niet binnen de werkingssfeer van het Unierecht viel. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees op de mogelijkheid van hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.