In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 december 2022, worden de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst behandeld. De inspecteur had navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) opgelegd voor de jaren 2015 tot en met 2017. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze aanslagen, maar de inspecteur verklaarde de bezwaren ongegrond voor de jaren 2015 en 2016 en niet-ontvankelijk voor 2017. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat belanghebbende de vereiste aangifte niet heeft gedaan, wat leidt tot omkering en verzwaring van de bewijslast. De rechtbank vermindert de navorderingsaanslagen voor 2015 en 2016, maar bevestigt de aanslagen voor 2017. Tevens worden vergrijpboeten opgelegd voor de jaren 2015 en 2017, maar de boete voor 2016 wordt vernietigd. De rechtbank concludeert dat de inspecteur het griffierecht aan belanghebbende moet vergoeden en dat de proceskosten worden vergoed.