Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 22 februari 2022 van de rechtbank in de zaak tussen
[naam eiser] (eiser) en [naam eiseres] (eiseres), te [plaatsnaam] (eisers),
Procesverloop
OverwegingenRelevante feiten en omstandigheden
Standpunt eisers
De nachtelijke geldopnames en betalingen maken naar het oordeel van de rechtbank ook dat nog steeds kan worden getwijfeld aan de stelling van eisers dat de bijschrijvingen op de door hun overgelegde bankafschriften waren bedoeld om te voorzien in hun levensonderhoud, temeer nu eiser heeft verklaard dat hij bij de tankstations enkel benzine en sigaretten – en dus geen levensmiddelen – heeft gekocht. Weliswaar zijn een aantal bedragen opgenomen bij geldautomaten, maar veel stortingen zijn meteen besteed bij betaalautomaten van benzinestations. Dat hierbij ook deels sprake was van contante geldopnames naast de gedane betaling, is niet verifieerbaar. Eisers hebben in de bezwaarfase verschillende stukken en schriftelijke verklaringen van familie en vrienden overgelegd, die inhouden dat zij eisers financieel steunen. Daarmee zijn de bijschrijvingen weliswaar verklaard, maar nog steeds niet met verifieerbare bewijsstukken onderbouwd. Eisers hebben wellicht alle bewijsstukken overgelegd die zij kunnen overleggen om hun verklaringen te onderbouwen, maar dat dit onvoldoende is om hun recht op bijstand te kunnen vaststellen komt voor hun rekening en risico omdat de bewijslast in een aanvraagsituatie bij de aanvrager ligt. Het college mocht naar het oordeel van de rechtbank meer duidelijkheid van eisers verlangen over de bijschrijvingen, mede ook gezien eisers grote vervoersbehoefte.