Stal
RAV code
Diercategorie, huisvestingssysteem
Aantal dieren
NH3 emissiefactor (kg/dierplaats/jr)
1
D2.4.4
Dekberen
Gecombineerd luchtwassysteem met 85% ammoniak emissiereductie, met watergordijn en biologische wasser, 45% geuremissiereductie (BWL 2010.02.V1)
1
0,83
1
D.1.3.12.4
Guste en dragende zeugen
Gecombineerd luchtwassysteem met 85% ammoniak emissiereductie met watergordijn en biologische wasser, 45% geuremissiereductie (BWL 2010.02.V1)
175
0,63
2
D1.3.101
Guste en dragende zeugen
Overige huisvestingssystemen, individuele huisvesting
32
4,2
2
D3.100
Opfokzeugen
Overige huisvestingssystemen
35
3,0
2
D2.100
Dekberen
Overige huisvestingssystemen
2
5,5
3.1
D1.2.100
Kraamzeugen
Overige huisvestingssystemen
47
8.3
3.2
D.1.2.100
Kraamzeugen
Overige huisvestingssystemen
36
8.3
4
D1.1.3
Gespeende biggen
Mestopvang in water in combinatie met een mestafvoersysteem (BWL 2006.07.V2)
1.05
0,15
5.
D.3.2.15.4
Vleesvarkens
Gecombineerd luchtwassysteem met 85% ammoniak emissiereductie (45% geur emissiereductie) met watergordijn en biologische wasser (BWL 2009.12.V2)
2.304
0,45
Stal
RAV code
Diercategorie, huisvestingssysteem
Aantal dieren
NH3 emissiefactor (kg/dierplaats/jr)
1
D2.4.4
Dekberen
Gecombineerd luchtwassysteem met 85% ammoniak emissiereductie met watergordijn en biologische wasser, 45% geuremissiereductie (BWL 2010.02.
V3)
2
0,83
1
D.1.3.12.4
Guste en dragende zeugen
Gecombineerd luchtwassysteem met 85% ammoniak emissiereductie met watergordijn en biologische wasser, 45% geuremissiereductie (BWL 2010.02.
V3)
225
0,63
2
D.1.2.17.4
Guste en dragende zeugen
Gecombineerd luchtwassysteem met 85% ammoniak emissiereductie, 45% geuremissiereductie en 80% fijnstofemissiereductie met watergordijn en biologische wasser (BWL 2010.02.V5)
100
1,3
3
D.1.1.15.4
Gespeende biggen
Gecombineerd luchtwassysteem met 85% ammoniak emissiereductie, 45% geuremissiereductie en 80% fijnstofemissiereductie met watergordijn en biologische wasser (BWL 2010.02.V5)
456
0,1
4
D1.1.3 + D1.1.15.4
Gespeende biggen
Mestopvang in water in combinatie met een mestafvoersysteem (BWL 2006.07.V2)
Gecombineerd luchtwassysteem met 85% ammoniak emissiereductie, 45% geuremissiereductie en 80% fijnstofemissiereductie met watergordijn en biologische wasser (BWL 2010.02.V5)
1.116
0,031
5.
D.3.2.15.4
Vleesvarkens
Gecombineerd luchtwassysteem met 85% ammoniak emissiereductie (45% geur emissiereductie) met watergordijn en biologische wasser (BWL 2009.12.V2)
2.376
0,45
5
K1.100
Volwassen paarden ouder dan 2 jaar
Overige huisvestingssystemen
2
5,0
6
D3.2.15.4
Vleesvarkens
Gecombineerd luchtwassysteem met 85% ammoniakemissiereductie, 45% geuremissiereductie en 80% fijnstofemissiereductie met watergordijn en biologische wasser (BWL 2009.12.V3)
1.152
0,45
6
K1.100
Volwassen paarden ouder dan 2 jaar
1
5,0
2.2Het college heeft de omgevingsvergunning met toepassing van artikel 2.20a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) geweigerd omdat de gemeenteraad een voor het verlenen van de omgevingsvergunning vereiste verklaring van geen bedenkingen (vvgb) heeft geweigerd. In het bestemmingsplan [naam bestemmingsplan] is aan het perceel van eiser de bestemming ‘Agrarisch gebied’ toegekend. In de planregels staat dat agrarische bedrijven alleen zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding ‘agrarisch bouwvlak’.Eiser is voornemens om een stal te bouwen op een deel van het perceel zonder die aanduiding. Voor die afwijking van het bestemmingsplan kan alleen toestemming worden verleend, wanneer uit een goede ruimtelijke onderbouwing is gebleken dat het initiatief in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordeningén de gemeenteraad heeft verklaard geen bedenkingen te hebben tegen het initiatief.
3. Welke gronden heeft eiser daartegen aangevoerd?
Eiser heeft – kort samengevat – aangevoerd dat het college de omgevingsvergunning ten onrechte heeft geweigerd. Ter onderbouwing van dat standpunt heeft eiser zich primair op het standpunt gesteld dat voor het verlenen van de omgevingsvergunning geen verklaring van geen bedenkingen is vereist van de gemeenteraad. Subsidiair heeft eiser aangevoerd dat het besluit in strijd is met het vertrouwensbeginsel. Meer subsidiair stelt eiser zich op het standpunt dat het bestreden besluit – op meerdere punten – een zorgvuldige belangenafweging en deugdelijke motivering ontbeert.
4 Wat is het wettelijk kader?
De relevante wettelijke bepalingen zijn opgenomen in een bijlage, die deel uitmaakt van deze uitspraak.
5. Heeft het college terecht besloten dat een vvgb is vereist?
Eiser heeft in het beroepschrift aangevoerd dat voor het verlenen van de omgevingsvergunning geen vvgb is vereist van de gemeenteraad, omdat sprake is van een door de gemeenteraad aangewezen geval waarvoor geen vvgb is vereist. Deze beroepsgrond behoeft geen verdere bespreking, omdat eiser de beroepsgrond op zitting heeft ingetrokken.
6. Is de omgevingsvergunning in strijd met het vertrouwensbeginsel geweigerd?
7.5De rechtbank is van oordeel dat de gemeenteraad onvoldoende heeft gemotiveerd en onderbouwd dat de aanzienlijke milieuwinst onvoldoende is aangetoond en dat het initiatief niet zal leiden tot een beter woon- en leefklimaat voor de omgeving. De gemeenteraad volstaat met die conclusie en heeft zijn standpunt op geen enkele wijze met objectieve of verifieerbare gegevens onderbouwd, terwijl het standpunt haaks staat op het eerdere voornemen tot het verlenen van de vvgb én de door eiser overgelegde ruimtelijke onderbouwing en m.e.r.-beoordeling. In haar voornemen nam de gemeenteraad het standpunt in dat de aanvraag leidt tot een aanzienlijke afname van geurhinder op de meest nabijgelegen woningen, dat ten aanzien van het akoestisch rapport positief is geadviseerd door de omgevingsdienst en dat met de verlening van de omgevingsvergunning per saldo een aanzienlijke milieuwinst wordt bereikt. In de overgelegde m.e.r.- beoordeling en de ruimtelijke onderbouwing heeft een deskundig te achten bedrijf op agrarisch gebied (ZLTO) o.a. geconcludeerd dat ter plaatse van nabijgelegen geurgevoelige objecten wordt voldaan aan de geurnorm, dat de ammoniakemissie afneemt met 288,4 kg, dat sprake is van een daling in fijnstofemissie en dat verschillende huidige geluidsbronnen verdwijnen.De rechtbank acht niet navolgbaar dat de gemeenteraad zonder nadere motivering afwijkt van het voornemen en de door eiser overgelegde stukken zonder inhoudelijke motivering en onderbouwing negeert. De gemeenteraad stelt terecht dat in de praktijk twijfels zijn gerezen over de effectiviteit van luchtwassers, maar heeft, gelet op het feit dat in de berekeningen is uitgegaan van een effectiviteit van de luchtwassers van 45%, een inmiddels algemeen aanvaard minimum, ook dat standpunt op geen enkele wijze onderbouwd.
8.2De rechtbank ziet geen aanleiding de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand te laten of zelf in de zaak te voorzien, omdat het aan de gemeenteraad is om – met inachtneming van alle stukken die door eiser zijn overgelegd – opnieuw te onderzoeken of een vvgb afgegeven kan worden voor het initiatief en daarbij te motiveren of het initiatief al dan niet in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening. Ook ziet de rechtbank geen aanleiding om een bestuurlijke lus toe te passen, omdat dat geen doelmatige en efficiënte afdoeningswijze zou inhouden. Nu de weigering van de vvgb geen stand kan houden, kan de weigering van de omgevingsvergunning, die alleen gegrond is op dat besluit, evenmin stand houden. Het college zal, nadat de raad een besluit over de vvgb heeft genomen, een nieuw besluit moeten nemen op de aanvraag van eiser, met inachtneming van deze uitspraak.