In deze bodemzaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 februari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] en Estea Capital Westhoek B.V. over de huurprijs van een woning. [Eiseres] huurde de woning van Estea van 1 mei 2018 tot 1 november 2021 en heeft een voorstel tot huurprijsverlaging ingediend, dat door Estea niet is beantwoord. De Huurcommissie heeft een verzoek tot huurprijsverlaging van [eiseres] afgewezen, maar [eiseres] heeft in verzet gegaan tegen deze uitspraak. De kern van het geschil betreft de vraag of de woning kwalificeert als zorgwoning, wat invloed heeft op de huurprijs. Estea had een toeslag van 35% toegepast bij de huurprijs, maar [eiseres] betwistte deze kwalificatie, stellende dat de woning niet voldeed aan de vereisten voor zorgwoningen, zoals drempelloze toegankelijkheid en aanwezigheid van een noodoproepinstallatie.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de woning niet als zorgwoning kan worden gekwalificeerd, omdat niet aan de vereiste voorzieningen is voldaan. De rechter oordeelde dat de drempelloze toegankelijkheid en de noodoproepinstallatie standaard aanwezig moeten zijn in de woning en niet enkel op verzoek van bewoners. De verhoging van de huurprijs op basis van de zorgwoningkwalificatie is daarom onterecht. De kantonrechter heeft de kale huurprijs vastgesteld op € 531,35 voor de periode van 1 mei 2021 tot 1 november 2021 en Estea veroordeeld in de proceskosten van [eiseres].