2.1.Op grond van de niet of onvoldoende weersproken stellingen van partijen en de
overgelegde producties, gaat de kantonrechter uit van de volgende feiten:
- Tussen (de rechtsvoorgangster van) Stienstra Wonen en de heer [man van gedaagde] (hierna: [man van gedaagde]) is met ingang van 1 januari 2013 een huurovereenkomst gesloten met betrekking tot de woning aan het [adres] (hierna: de woning), tegen een huurprijs van € 831,93 per maand.
- [gedaagde] is als gevolg van haar huwelijk met [man van gedaagde] medehuurster geworden van de woning.
- [man van gedaagde] heeft de huurovereenkomst met inachtneming van de geldende opzegtermijn opgezegd per 1 januari 2022 en is uit de woning vertrokken, waarna [gedaagde] de huurovereenkomst alleen heeft voortgezet.
- Na beëindiging van de huurovereenkomst met [man van gedaagde] is er een huurachterstand ontstaan.
- Bij brief van 31 december 2021 heeft [gedaagde] de huurovereenkomst per 15 februari 2022 opgezegd. De brief vermeldt – voor zover thans van belang – het volgende:
“(…)Met deze brief zeg ik de huur op per 15-2-2022. Ik houd hierbij rekening met de opzegtermijn.
Graag maak ik met u een afspraak over de oplevering van de woning.
Daarnaast verzoek ik u de borg aan mij terug te betalen binnen 30 dagen na afloop van het huurcontract(….)
Graag ontvang ik van u schriftelijk bericht dat u mijn huuropzegging heeft ontvangen(…)”.
- Bij e-mail van 10 januari 2022 heeft [gedaagde] een verzoek tot huurverlaging gedaan aan Stienstra, zodat de huurprijs onder de liberalisatiegrens zou komen en zij huursubsidie kon aanvragen, zodat zij de woning alsnog zou kunnen blijven bewonen.
- Stienstra heeft [gedaagde] daarop bericht niet aan het verzoek tegemoet te komen.
- Op verzoek van [gedaagde] heeft Stienstra de opleverdatum met twee dagen uitgesteld, tot 17 februari 2022. Nadat [gedaagde] aan Stienstra had medegedeeld dat ook deze datum niet haalbaar was, heeft Stienstra de opleverdatum gewijzigd naar 1 maart 2022.
- Op 16 februari 2022 heeft Stienstra [gedaagde] gemaand tot betaling van de huurachterstand en de verschuldigde gebruiksvergoeding voor het gebruik van de woning tot 12 maart 2022.
- Bij e-mail van 1 maart 2022 heeft Stienstra aan [gedaagde] bericht dat de eindoplevering niet plaats heeft kunnen vinden omdat de woning niet leeg en schoon was, en dat de eindoplevering zal plaatsvinden op 16 maart 2022. Tevens heeft Stienstra [gedaagde] gesommeerd tot betaling van de huurachterstand.
- Op 16 maart 2022 heeft geen oplevering plaatsgehad van de woning.
- Bij brief van 21 april 2022 heeft de advocaat van Stienstra [gedaagde] gesommeerd om de woning op 30 april 2022 leeg en schoon op te leveren en om tot betaling van een bedrag van € 2.511,76 aan huurachterstand/gebruiksvergoeding over te gaan. [gedaagde] heeft daaraan geen gehoor gegeven.