Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
1.[gedaagde sub 1] B.V.,
2.
[gedaagde sub 2] B.V.,
1.De procedure
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 8 februari 2023.
2.De feiten
Bij deze zet ik even op papier waar we eigenlijk al maanden over gesproken hebben , maar waarvan U mij nu een opdracht voor hebt gegeven. Het betreft het werk in Rudesheim, daar vraagt U mij om een 35 Tons kraan neer te zetten, met alleen een puinbak en een opschoonbak, voor het overdraaien van diversen. We zijn bereid om daar, volgens onze Algemene Voorwaarden, die U bij deze mede ontvangt en voor akkoord bevind , voor U te gaan werken, nadat we deze week het werk samen hebben gezien. Wij bieden U een 35 Tons machine aan, voor een prijs van € 80,- per draaiuur, afgetekend door uw medewerker daar op de werkplek.(…)
We berekenen voor de puinbak een weekprijs van € 300,- extra.(…)
We sturen de rekening van de draaiuren ieder twee weken naar U toe, en U hebt mij toegezegd om deze binnen 14 dagen na factuurdatum te zullen betalen. Mocht dit niet zo zijn, dan ben ik vrij om het werk neer ze leggen , niet omdat ik U niet vertrouw, maar omdat ik weet dat er problemen zijn tussen U en Uw medeaannemer de [Firma 1] . Ik wil daar niet tussen zitten en geen dupe van worden. We kunnen per dag 12 uur draaien, en vrijdags tot circa 14.00 uur. De inzet van mijn machine zal minimaal twee maanden zijn , waarna ik na voltooiing van het sloopwerk, de mogelijkheid heb om het aanvullende grondwerk te mogen maken voor Uw opdrachtgever. [Firma 3] , ik vraag U dit even voor akkoord te willen aftekenen en mij retour op de Mail te leggen. Een kopie stuur ik naar Dhr. [gedaagde sub 2] ,en vraag hetzelfde aan hem, dit omdat U samen het werk hebt aangenomen. Ook hij zal dit voor mij moeten onderteken en terugsturen , niet omdat ik U niet vertrouw, maar we zijn met een [Firma 2] en [naam 2] in Düsseldorf voor meer dan € 200.000,00 de boot ingegaan voor vier jaar.”
voor akkoord” ondertekend door [gedaagde sub 1] , [gedaagde sub 2] en [eiser] .
Je bent maandag van harte welkom als je aan onze gedragsregels houdt”.
Hallo [Firma 3] , we hebben U gevraagd om eerst de werkbonnen van mij af te tekenen, niet om me aan jou voorwaarden te houden. Ik ga ook niet op een kraan van jou draaien, daar moet je zelf maar een machinist voor vinden, en als ik wil dat [gedaagde sub 2] op de hoogte blijft, doe ik dat gewoon. Hij is medecontractant, net zo goed als U dat bent. [Firma 3] ik wacht nog een half uur op jou afgetekende werkbon, ik heb net een Mail gestuurd naar jou opdrachtgever, [naam 4] en mijn situatie aan hem uitgelegd. Heb ik die bon niet, ga ik niet draaien, dat weet ook Dhr. [naam 4] .(…)
Dus aan jou de keuze, [voornaam 1] mag de bonnen aftekenen of niet volgende week, en eerst mijn bon van deze week. Anders draai ik morgen echt niet, dat weet ook jou opdrachtgever nu.”
Goedemiddag meneer [Firma 3] ,
Geachte [Firma 3] , [gedaagde sub 2] , wij stellen U bij deze in gebreke, nadat door U onze werkzaamheden zijn opgezegd. Dit is gedaan door [Firma 3] , maar aangezien ook Dhr [gedaagde sub 2] medecontractant is, moet ik ook zijn naam daarbij noemen. Jammer, het lag niet aan jou, [gedaagde sub 2] . Wij hebben alleen gevraagd om ondertekening van onze werkbonnen, door Uw medewerker op het werk te Rudesheim, hetgeen geweigerd werd, zelfs gisterenmorgen nog eens, alsmede hedenmorgen tijdens een bouwvergadering, waarbij U [Firma 3] , niet aanwezig was, ondanks Uw toezegging van vorige week, dat U hedenmorgen met Uw opdrachtgever daar zou zijn. We hebben ook aan U [Firma 3] , het afgelopen weekend meermaals een Mail gestuurd met het vriendelijke verzoek, om toch deze problemen niet te verkrijgen, en de gedane werkzaamheden voor akkoord te ondertekenen, maar helaas. Wel hebt U mij een bon van U gestuurd, maar met 5 uur ONDER VOORBEHOUD VAN NADER OVERLEG!! Wat heeft dat te betekenen, als U overleggen wilt, kan dat, maar dan moet U ook komen.(…)
Toch ben ik nog gegaan, ondanks alles, en heb geprobeerd om wederom mijn bonnen te laten aftekenen, Maar helaas, [voornaam 1] , Uw medewerker daar op het werk, mocht ook maandag niet de bonnen aftekenen, zeker niet met 12 uur per dag, en vertelde mij, in het bijzijn van twee getuigen, dat als ik niet op jullie kraan wilde, ik in opdracht van jou, [Firma 3] , de machine in een hoek moest zetten. Ook mocht hij geen uren aftekenen. Dus, ik heb gedaan wat mij opgedragen is, ik heb de machine in
Mocht U mij voor 12 uur Morgenmiddag, 17-10-2018 geen akkoord hebben gegeven, geven we de zaak uit handen en stellen U al mijn schade voor de twee maand, minus een week, in rekening.”
Ik heb de werkzaamheden niet opgezegd, jij hebt ze gewoon gestaakt, ik heb je alleen een mail gestuurd om je te vragen om aan onze gedragsregels te houden.
Je bent nog steeds welkom, als je aan deze gedragsregels houd, volgens mij niet te veel gevraagd. Als je weer wil komen draaien, bel dan even met ons kantoor(…)
3.Het geschil
4.De beoordeling
NJ1977/521 (
Kribbenbijter)). Tot de omstandigheden die in dit verband in aanmerking moeten worden genomen, behoort ook de voor de wederpartij kenbare hoedanigheid en de context waarin partijen optraden. Ook gedragingen, verklaringen en andere omstandigheden, die hebben plaatsgevonden nadat de overeenkomst is gesloten, kunnen van belang zijn (HR 29 oktober 2021, ECLI:NL:HR:2021:1615, r.o. 3.2).
[Firma 3]van [gedaagde sub 1] , toevoeging rechtbank]
, ik vraag U dit even voor akkoord te willen aftekenen en mij retour op de Mail te leggen. Een kopie stuur ik naar Dhr. [gedaagde sub 2] ,en vraag hetzelfde aan hem, dit omdat U samen het werk hebt aangenomen. Ook hij zal dit voor mij moeten onderteken en terugsturen , niet omdat ik U niet vertrouw, maar we zijn met een [Firma 2] en [naam 2] in Düsseldorf voor meer dan € 200.000,00 de boot ingegaan voor vier jaar.”. Deze tekst kan ook zo gelezen worden dat [gedaagde sub 2] , als medeaannemer van het werk in Rüdesheim, enkel tekent als bevestiging van de gemaakte afspraken tussen [eiser] en [gedaagde sub 1] , zodat hier later geen discussie over kan ontstaan.
een wederpartij(hier [gedaagde sub 1] )
om welke reden dan ook, met uitzondering van het in gebreke blijven van de gebruiker aan enige verplichting voortvloeiende uit de overeenkomst te voldoen, een eenmaal verstrekte opdracht annuleert(…)”. Daarnaast grondt [eiser] haar vordering op de wet. Zij wijst daarbij op artikel 7:764 lid 2 BW, maar dat artikel is niet van toepassing gelet op het hiervoor gegeven oordeel dat geen sprake is van aanneming van werk. Als de rechtbank overeenkomstig artikel 25 Rv de rechtsgronden aanvult, dan zou [eiser] mogelijk een vordering toekomen op basis van het gewone verbintenisrecht. Een ongeldige beëindiging van de overeenkomst door [gedaagde sub 1] zou dan een wanprestatie inhouden op grond waarvan [eiser] schadevergoeding zou kunnen vorderen. Waar het op aankomt bij beide grondslagen is de vraag of [gedaagde sub 1] de overeenkomst (ongeldig) heeft beëindigd/geannuleerd.