ECLI:NL:RBZWB:2023:2652
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen beslissing op bezwaar over aanpassing alleenstaandenpensioen
Op 14 april 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank (Svb). Eiser heeft beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van de Svb van 25 oktober 2022, die betrekking had op de aanpassing van zijn alleenstaandenpensioen naar het gehuwdenpensioen per 1 september 2019, en het opleggen van een boete. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is en heeft zonder zitting uitspraak gedaan, zoals mogelijk gemaakt door artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank legt uit dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken bedraagt, en dat deze termijn begint op de dag na de bekendmaking van het besluit. Eiser ontkent het bestreden besluit te hebben ontvangen, maar de rechtbank oordeelt dat de Svb aannemelijk heeft gemaakt dat het besluit op de juiste wijze is verzonden. De rechtbank wijst erop dat het bestuursorgaan in eerste instantie kan volstaan met het aannemelijk maken van verzending, en dat het aan de geadresseerde is om dit vermoeden te ontzenuwen. Eiser heeft niet voldoende bewijs geleverd om te twijfelen aan de verzending van het besluit. De rechtbank concludeert dat er geen verschoonbare omstandigheden zijn die de termijnoverschrijding rechtvaardigen, en verklaart het beroep niet-ontvankelijk. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.