ECLI:NL:RBZWB:2023:3799
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen naheffingsaanslag omzetbelasting en procesbelang na ontbinding van de rechtspersoon
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 1 juni 2023, wordt het beroep van eiseres tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst beoordeeld. Eiseres, een rechtspersoon die op 31 maart 2019 is ontbonden, heeft een naheffingsaanslag omzetbelasting ontvangen over het tijdvak van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018. De inspecteur heeft de bezwaren van eiseres ongegrond verklaard en de naheffingsaanslag, belastingrentebeschikking en boetebeschikking gehandhaafd. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres door haar ontbinding niet meer bestaat en dat er geen verzoek tot heropening van de vereffening is gedaan. Hierdoor kon eiseres geen rechtsmiddelen aanwenden.
Tijdens de zittingen is de gemachtigde van eiseres, alsook de laatste bestuurder, [bestuurder], gehoord. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen procesbelang bestaat bij het beroep, aangezien de belastingaanslag niet zal worden betaald door de ontbonden rechtspersoon. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gemachtigde geen voldoende belang heeft aangetoond dat zou kunnen leiden tot een financieel gunstiger resultaat voor eiseres of de bestuurder. De rechtbank heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat er geen inhoudelijke behandeling van het beroep plaatsvond. Eiseres krijgt het griffierecht niet terug en ontvangt geen vergoeding van proceskosten.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak.