Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 juni 2023 in de zaak tussen
[naam eiseres], uit [plaatsnaam], eiseres
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Feiten
Beroepsgronden
Overwegingen van de rechtbank
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om bijzondere bijstand voor opknap- en inrichtingskosten op grond van de Participatiewet. De aanvraag werd door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gilze en Rijen afgewezen, omdat de kosten volgens hen niet noodzakelijk waren. Eiseres had verzocht om bijzondere bijstand voor kosten die voortvloeiden uit haar verhuizing naar een eigen woning, na een periode van verblijf bij haar zoon. De rechtbank heeft op 23 mei 2023 de zaak behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals een vertegenwoordiger van het college.
De rechtbank oordeelt dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat er een acute noodzaak was voor de verhuizing. De rechtbank stelt vast dat er geen medische noodzaak of urgentieverklaring was en dat de stelling van eiseres over de verslechterde relatie met haar zoon onvoldoende is om de noodzaak van de kosten te onderbouwen. De rechtbank concludeert dat het college de aanvraag om bijzondere bijstand terecht heeft afgewezen, en verklaart het beroep ongegrond. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt op 9 juni 2023.