In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 24 januari 2023, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Middelburg behandeld. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 17 mei 2022, waarin het college het bezwaar van eiser tegen de verleende omgevingsvergunning voor de bouw van een garage en een tuinmuur ongegrond heeft verklaard. De rechtbank heeft het beroep op zitting behandeld op 21 juni 2022, waarbij eiser werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. B. Vermeirssen. Het college heeft gereageerd met een verweerschrift en vergunninghouder was ook aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde.
In een tussenuitspraak van 2 augustus 2022 heeft de rechtbank het college in de gelegenheid gesteld om het geconstateerde gebrek in het bestreden besluit te herstellen. Het college heeft hierop gereageerd met een aanvullende motivering, maar eiser heeft hierop schriftelijk gereageerd en de rechtbank heeft besloten dat een nadere zitting niet nodig was. De rechtbank heeft het onderzoek op 14 december 2022 gesloten.
De rechtbank oordeelt dat het bestreden besluit een gebrek vertoont, omdat het college heeft nagelaten om voorafgaand aan het verlenen van de omgevingsvergunning steenmonsters te laten beoordelen. De rechtbank concludeert dat het college het gebrek niet heeft hersteld, omdat er geen aanvullend vergunningvoorschrift is opgenomen waarin de steensoort is vastgesteld. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en voegt een voorschrift toe aan de omgevingsvergunning, waarin de steensoort wordt voorgeschreven. Tevens wordt het griffierecht aan eiser vergoed en worden de proceskosten van eiser vergoed.