ECLI:NL:RBZWB:2023:5236

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
12 juli 2023
Publicatiedatum
26 juli 2023
Zaaknummer
10553796 CV EXPL 23-1413 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Ponds
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Consumentenkoop en ambtshalve toetsing van precontractuele informatieverplichtingen

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 12 juli 2023 uitspraak gedaan in een consumentenkoopkwestie. Eiseres, een besloten vennootschap, heeft gedaagde, die niet verschenen was, gedagvaard om een bedrag te vorderen dat voortvloeit uit een koopovereenkomst. De overeenkomst was gesloten tussen gedaagde als consument en de webwinkel van Protest als verkoper, waarbij gedaagde de optie 'achteraf betalen' had gekozen. Eiseres stelde dat de webwinkel en/of de rechtsvoorgangster van eiseres voldaan hadden aan de precontractuele en contractuele informatieverplichtingen zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek.

De kantonrechter heeft ambtshalve getoetst of aan de wettelijke informatieverplichtingen was voldaan. De rechter oordeelde dat de informatie over het recht op ontbinding/herroeping niet op duidelijke en begrijpelijke wijze aan de consument was verstrekt, wat een schending van de precontractuele informatieverplichtingen inhield. Hierdoor werd besloten dat een gedeeltelijke vernietiging van de overeenkomst op zijn plaats was, met een toewijzing van 75% van de koopsom, wat resulteerde in een te betalen bedrag van € 206,96.

Daarnaast werd gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die op € 315,84 werden vastgesteld. De kantonrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. Ponds, kantonrechter.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I Civiele kantonzaken
Middelburg
zaak/rolnr.: 10553796 CV EXPL 23-1413
vonnis d.d. 12 juli 2023
inzake
de besloten vennootschap
[eiseres01],
gevestigd te [vestigingsplaats01] ,
eiseres,
gemachtigde: Gerechtsdeurwaarderskantoor Van Lith B.V.
,
tegen
[gedaagde01],
wonende te [postcode01] [plaats01] , [adres01] ,
gedaagde,
niet verschenen.

1.Het verloop van het geding

De procesgang blijkt uit de dagvaarding van 5 juni 2023 met producties.

2.De beoordeling

2.1
Eiseres heeft op de bij dagvaarding omschreven gronden, welke hier als herhaald en ingelast gelden, gevorderd gedaagde te veroordelen tot betaling van het bedrag of de bedragen als nader in de dagvaarding omschreven, met veroordeling van gedaagde in de proceskosten.
2.2
Gedaagde is, hoewel behoorlijk gedagvaard, niet ter zitting verschenen en heeft ook niet tijdig een schriftelijk antwoord ingediend of om uitstel verzocht, zodat tegen deze verstek is verleend.
2.3
Eiseres stelt dat tussen gedaagde als consument en de webwinkel van Protest (hierna: de webwinkel) als verkoper, een koopovereenkomst is gesloten, waarbij gedaagde bij het afrekenen heeft gekozen voor de optie “achteraf betalen met [bedrijf01] ”. [bedrijf01] B.V. heeft op haar beurt de vordering uit hoofde van de koopovereenkomst gecedeerd aan eiseres.
Eiseres stelt voorts dat de webwinkel en/of [bedrijf01] B.V. - de rechtsvoorgangster van eiseres – bij het tot stand komen van de koopovereenkomst hebben voldaan aan de precontractuele en contractuele informatieverplichtingen van artikel 6:230m en volgende van het Burgerlijk Wetboek (BW).
2.4
De kantonrechter overweegt het volgende.
2.5
De overeenkomst is gesloten op afstand tussen een handelaar en een consument. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet ter bescherming van de consument aan de essentiële wettelijke (pre)contractuele informatieverplichtingen van de artikel 6:230m lid 1 onder a, b, c, e, f, g, h, o en p en 6:230v BW worden voldaan. Dat aan deze verplichtingen is voldaan, dient gemotiveerd te worden gesteld en onderbouwd. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd, dus ook als er geen verweer is gevoerd. Zie, onder meer, het arrest van de Hoge Raad van 12 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1677). De informatie genoemd in artikel 6:230m BW dient op duidelijke en begrijpelijke wijze door de handelaar aan de consument te worden verstrekt.
Als daarbij precontractuele informatie in de algemene voorwaarden wordt opgenomen, moet worden voldaan aan de eisen die zijn genoemd in het Tiketa-arrest (HvJ EU 24 februari 2022, ECLI:EU:C:2022:112).
2.6
Ten aanzien van de verplichting om als handelaar de consument op duidelijke en begrijpelijke wijze te informeren ten aanzien van het recht op ontbinding/herroeping (artikel 6:230m lid 1 onder h BW) verwijst eiseres naar de printscreens van het bestelproces en de algemene voorwaarden van de handelaar. Uit de printscreens van Protest blijkt weliswaar dat op de website van de handelaar informatie met betrekking tot het recht op herroeping en ontbinding vermeld staat, maar daarmee is niet voldaan aan de op de handelaar rustende precontractuele informatieverplichting ex artikel 6:230m lid 1 onder g en h BW. Het enkel vermelden van informatie met betrekking tot dit punt onder het kopje ‘Klantenservice’ op de website van de webshop voldoet naar het oordeel van de kantonrechter niet aan de op de handelaar rustende verplichting om deze informatie op duidelijke en begrijpelijke wijze voorafgaand aan het tot stand komen van de overeenkomst aan de consument te verstrekken. De consument kan deze informatie immers slechts raadplegen door
zelfactief op zoek te gaan naar de betreffende informatie op de website van de webshop, terwijl de verplichting tot het verstrekken van deze informatie aan de consument bij de handelaar ligt. Dat deze informatie bovendien is opgenomen in de algemene voorwaarden, waarmee de klant middels het aanvinken van een daartoe bestemd vakje heeft ingestemd, is de kantonrechter niet gebleken.
2.7
Gelet op voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat sprake is van een schending van de (pre)contractuele informatieverplichtingen en dat gedeeltelijke vernietiging van de overeenkomst derhalve passend is. De kantonrechter overweegt daarbij dat een vernietiging van 25% van de koopsom op zijn plaats is. Dit betekent dat een bedrag van € 206,96 (0,75 x € 275,95) aan hoofdsom kan worden toegewezen.
2.8
Nu een lagere hoofdsom wordt toegewezen is de door eiseres gevorderde wettelijke rente niet volledig toewijsbaar. Daarom zal de wettelijke rente als in het dictum worden toegewezen.
2.9
De gevorderde vergoeding komt echter niet voor toewijzing in aanmerking,
nu niet gebleken is dat in de aanmaning aan de gedaagde partij een betalingstermijn van 14 dagen is gegeven ingaande de dag na ontvangst daarvan, zoals vereist door artikel 6:96 lid 6 BW. In dit verband wordt verwezen naar de uitspraak van de Hoge Raad van 25 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2704.
2.1
Gedaagde zal als de hoofdzakelijk in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten, waaronder de nakosten. De proceskosten aan de zijde van eiseres worden vastgesteld op:
dagvaardingskosten € 107,84
griffierecht € 128,00
salaris gemachtigde
€ 80,00
totaal € 315,84.
2.11
De nakosten worden begroot op € 40,00 (half salarispunt met een maximum van
€ 132,00) aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat gedaagde niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van de uitspraak.

3.De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt gedaagde om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiseres te betalen een bedrag van € 206,96, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf
31 maart 2022, zijnde de datum van verzuim, tot aan de dag van volledige betaling;
veroordeelt gedaagde in de kosten van dit geding, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 315,84;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ponds, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 12 juli 2023.