ECLI:NL:RBZWB:2023:6139

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
24 augustus 2023
Publicatiedatum
4 september 2023
Zaaknummer
AWB- 22_92
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • T. Peters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen besluit uitbreiding horeca en realisering appartementen met betrekking tot vergunningverlening en geluidsnormen

In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 24 augustus 2023, wordt het beroep van verzoeker tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zundert behandeld. Verzoeker heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 23 november 2021, dat betrekking heeft op de uitbreiding van de horeca en de realisering van drie appartementen op het perceel aan de [straatnaam] 126 te [woonplaats]. Tevens heeft verzoeker de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het beroep en het verzoek op 16 maart 2022 behandeld, waarbij verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. K.G.A.P. Boemaars, en verweerder werd vertegenwoordigd door mr. Z.A.G. Piroe. De vergunninghoudster, De Bollen Buiken Beheer B.V., was ook aanwezig.

In een tussenuitspraak van 30 maart 2022 werd vastgesteld dat het bestreden besluit een gebrek vertoonde, omdat er geen verklaring van bedenkingen was afgegeven door de gemeenteraad, wat wel vereist was. Het college kreeg de gelegenheid om dit gebrek te herstellen. Op 23 januari 2023 werd een herstelbesluit genomen, waarin de verklaring van geen bedenkingen werd opgenomen. Verzoeker heeft hierop niet gereageerd. De voorzieningenrechter concludeert dat het college het geconstateerde gebrek heeft hersteld door alsnog een verklaring van geen bedenkingen in te brengen.

De voorzieningenrechter beoordeelt vervolgens of de verleende vergunning in strijd is met de goede ruimtelijke ordening. Verzoeker stelt dat hij geluidsoverlast zal ondervinden van de horecagelegenheid. De voorzieningenrechter oordeelt dat de geluidsnormen niet worden overschreden en dat de vergunningvoorschriften voldoende handhaafbaar zijn. Ook de zorgen over parkeeroverlast worden besproken, waarbij de voorzieningenrechter oordeelt dat het college voldoende heeft gemotiveerd dat er geen parkeeroverlast zal zijn. Uiteindelijk verklaart de voorzieningenrechter het beroep gegrond, maar laat de rechtsgevolgen van het besluit in stand, en veroordeelt het college tot vergoeding van proceskosten en griffierecht aan verzoeker.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 22/92 WABOA

uitspraak van de voorzieningenrechter van 24 augustus 2023 in de zaak tussen

[naam verzoeker] , uit [woonplaats] , verzoeker,

gemachtigde: mr. K.G.A.P. Boemaars,
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zundert, verweerder.

Als derde partij heeft aan het geding deelgenomen:
De Bollen Buiken Beheer B.V., te Zundert (vergunninghoudster).

Procesverloop

Verzoeker heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 23 november 2021 van verweerder (bestreden besluit) inzake het uitbreiden van de horeca en de realisering van drie appartementen op het perceel aan de [straatnaam] 126 te [woonplaats] . Daarnaast heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het beroep en het verzoek om een voorlopige voorziening op 16 maart 2022 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, mr. Z.A.G. Piroe. Namens vergunninghoudster verschijnen [naam vertegenwoordiger 1] en [naam vertegenwoordiger 2] .
In de tussenuitspraak van 30 maart 2022 heeft de voorzieningenrechter het college in de gelegenheid gesteld om, met inachtneming van wat in de tussenuitspraak is overwogen, het geconstateerde gebrek in het bestreden besluit te herstellen.
Verweerder heeft in reactie op de tussenuitspraak een nieuw besluit genomen. Daarin is een verklaring van geen bedenkingen opgenomen en zijn vergunningvoorschriften opgenomen.
Verzoeker heeft hier, ondanks dat hij daartoe in de gelegenheid is gesteld, niet op gereageerd.
De voorzieningenrechter heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft en op 14 juni 2023 is het onderzoek gesloten.

Beoordeling

1. Voor een weergave van de feiten en het wettelijk kader verwijst de voorzieningenrechter naar de tussenuitspraak. Deze uitspraak bouwt voort op de tussenuitspraak. De voorzieningenrechter blijft bij al wat hij in de tussenuitspraak heeft overwogen en beslist, tenzij hierna uitdrukkelijk anders wordt overwogen. Het staat de voorzieningenrechter niet vrij om terug te komen van zonder voorbehoud gegeven oordelen in de tussenuitspraak. Dat is alleen anders in zeer uitzonderlijke gevallen. De voorzieningenrechter verwijst hiervoor naar de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) van 24 augustus 2011 (ECLI:NL:RVS:2011:BR5704) en 15 augustus 2012 (ECLI:NL:RVS:2012:BX4694).
2. In zijn tussenuitspraak van 30 maart 2022 (de tussenuitspraak) heeft de voorzieningenrechter, samengevat, overwogen dat het bestreden besluit een gebrek kent, nu er geen verklaring van bedenkingen was afgegeven door de gemeenteraad, terwijl deze wel was vereist. De voorzieningenrechter heeft het college in de gelegenheid gesteld om alsnog een verklaring van geen bedenkingen te vragen aan de gemeenteraad. Daarnaast is het college in de gelegenheid gesteld om de vergunningvoorschriften te herformuleren, omdat tussen partijen onduidelijkheid is ontstaan over de interpretatie van de vergunningvoorschriften.
3. Naar aanleiding van de tussenuitspraak heeft het college op 23 januari 2023 een herstelbesluit genomen waarin de verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad was opgenomen. Daarnaast heeft het college de vergunningvoorschriften herzien en opnieuw vastgesteld.
4. Verzoeker heeft niet gereageerd op het herstelbesluit van het college.
Heeft het college het geconstateerde gebrek hersteld door alsnog een verklaring van geen bedenkingen in te brengen?
5.1.
De voorzieningenrechter heeft in de tussenuitspraak geoordeeld dat de aanwijzingen in het raadsbesluit van 28 september 2010 niet aan de daaraan op grond van de rechtszekerheid te stellen eisen voldoen. De raad heeft deze aanwijzingen te weinig onderscheidend geformuleerd, waardoor in de praktijk het college zelf de reikwijdte van deze aanwijzingen kan bepalen. Dat verhoudt zich naar oordeel van de voorzieningenrechter niet met het systeem van bevoegdheidsverdeling tussen het college en de gemeenteraad. De voorzieningenrechter heeft in aanmerking genomen dat het college desgevraagd niet kon toelichten onder welke aanwijzing de ontwikkeling van De Bollen Buiken valt.
5.2.
Het gevolg van dit oordeel was dat het college op grond van artikel 6.5, eerste lid, van het Besluit omgevingsrecht (het Bor) een verklaring van geen bedenkingen aan de gemeenteraad had moeten vragen.
Het college heeft alsnog een verklaring van geen bedenkingen aan de gemeenteraad gevraagd. De gemeenteraad heeft op 15 november 2022 alsnog een definitieve verklaring van geen bedenkingen verleend.
5.3.
De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding om aan te nemen dat het besluit van de gemeenteraad om op onzorgvuldige wijze tot stand is gekomen. De voorzieningenrechter is dan ook van oordeel dat het besluit op de juiste wijze tot stand is gekomen en kan worden meegenomen in de beoordeling. De voorzieningenrechter komt daarom tot het oordeel dat het gebrek is hersteld, nu het college alsnog een verklaring van geen bedenkingen heeft overgelegd.
Is de verleende vergunning in strijd met de ruimtelijke ordening verleend?
6.1.
Verzoeker heeft zich op het standpunt gesteld dat de vergunning in strijd met de goede ruimtelijke ordening is verleend. Volgens verzoeker zal hij extreme geluidsoverlast van de horecagelegenheid ondervinden als gevolg van de terrassen, speeltoestellen, afzuiginstallaties en de georganiseerde feesten. In het akoestisch rapport is ten onrechte niet ingegaan op de afzuiginstallaties.
6.2.
Hoewel de geluidsgevoelige bestemmingen, zoals bedoeld in de VNG-publicatie, zich buiten de richtafstand bevinden en akoestisch onderzoek niet noodzakelijk is, acht het college het wel wenselijk om de geluidsbelasting van het stemgeluid van de terrassen en de speelvoorzieningen inzichtelijk te maken. Uit de berekeningsresultaten blijkt dat het geluid de richtwaarden niet overschrijdt en dat er sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
6.3.
Ook de voorzieningenrechter is van oordeel dat er sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. De voorzieningenrechter stelt vast dat in het besluit van 23 januari 2023 nieuwe vergunningsvoorschriften zijn opgenomen. Daarin is opgenomen dat de terrassen dagelijks geopend mogen zijn tussen 11.00 uur en 23.00 uur, waarbij na 22.00 uur niets meer geserveerd mag worden. Als het terrassenbeleid wordt aangescherpt, dan worden deze tijdstippen daar ook op aangepast. Daarnaast is in de vergunningvoorschriften opgenomen dat er geen livemuziek of versterkte muziek ten gehore mag worden gebracht op het terras. Als er feesten zijn waarbij muziek wordt geproduceerd of ten gehore wordt gebracht, zal er strikt op worden toegezien dat de geluidsnormen niet worden overschreden en dat er geen geluidsoverlast zal worden veroorzaakt. De voorzieningenrechter is van oordeel dat er sprake is van handhaafbare vergunningvoorschriften die voldoende kader bieden om het geluidsniveau te beperken, dan wel terug te brengen, tot een aanvaardbaar niveau. De voorzieningenrechter gaat ervan uit dat als vergunninghoudster zich niet aan deze vergunningvoorschriften houdt, het college ook daadwerkelijk handhavend zal optreden. Daarnaast dragen deze vergunningvoorschriften bij aan het beperken van geluidsoverlast. Verzoeker heeft geen informatie of rapport overgelegd waaruit blijkt dat er toch sprake zal zijn van een gerechtvaardigde vrees voor overschrijding van de geluidsnormen. De voorzieningenrechter is dan ook van oordeel dat voldoende vast is komen te staan dat de geluidsnormen niet zullen worden overschreden.
Zal er sprake zijn van parkeeroverlast?
7.1.
Verzoeker stelt zich op het standpunt dat de parkeerdruk zodanig zal gaan toenemen, dat er onvoldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn. Door de bouw zullen er dertien parkeerplaatsen verdwijnen. Daarnaast zijn er in de omgeving nieuwe appartementen en woningen gebouwd. Deze bewoners zullen hun auto’s ook in de omgeving willen parkeren. De parkeerdruk zal ook toenemen, omdat de feesten die vergunninghouder gaat organiseren een verkeersaantrekkende werking hebben.
7.2.
Het college is van mening dat er geen sprake zal zijn van parkeeroverlast. Er is een parkeerbalans opgesteld waarbij de drie ontwikkelingen die spelen in het dorpshart van Wernshout separaat en gezamenlijk zijn bekeken. Hierbij is gebruik gemaakt van een parkeerdrukmeting. In de parkeerdrukmeting zijn de openbare parkeerplaatsen meegenomen die binnen een loopafstand van ongeveer 100 meter van De Bollen Buiken liggen. De piek van parkeerdrukte ontstaat op zaterdagavonden. Dan zijn er minimaal 62 parkeerplaatsen nodig. Door de aanleg van 54 parkeerplaatsen bij de projecten ‘De Valk’ en ‘Mertens’ en de gegevens uit de parkeerdrukmeting blijkt dat er nog 12 openbare parkeerplaatsen beschikbaar zijn.
7.3.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat het college voldoende zorgvuldig heeft gemotiveerd dat er geen sprake zal zijn van parkeeroverlast. Verzoeker ging uit van de aanleg van 45 parkeerplaatsen. Uit het onderzoek en de toelichting van het college blijkt echter dan er 54 parkeerplaatsen worden aangelegd en dat er daarnaast nog 12 openbare parkeerplaatsen beschikbaar zullen zijn. Verzoeker heeft tegen dit standpunt van het college niets ingebracht waaruit de voorzieningenrechter zou kunnen afleiden dat het onderzoek van het college onzorgvuldig is. De voorzieningenrechter is dan ook van oordeel dat het hanteren van deze beperking en de bijbehorende parkeernorm niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening.

Conclusie en gevolgen

8. Gelet op het in de tussenuitspraak geconstateerde gebrek, is het beroep gegrond. Nu het college het gebrek heeft hersteld, laat de voorzieningenrechter de rechtsgevolgen van het besluit in stand.
9. Omdat het beroep gegrond wordt verklaard, dient het griffierecht aan eiser te worden vergoed. De voorzieningenrechter heeft in de tussenuitspraak een voorlopige voorziening getroffen. Daarom dient het college ook het griffierecht van de voorlopige voorziening te vergoeden.
10. De rechtbank veroordeelt het college in de door verzoeker gemaakte proceskosten. De proceskosten worden berekend volgens het Besluit proceskosten bestuursrecht. Het college wordt veroordeeld om de kosten van rechtsbijstand te vergoeden. Deze kosten stelt de rechtbank vast op € 837,- (1 punt voor het verschijnen ter zitting met wegingsfactor 1). Nu verzoeker zelf het beroep- en verzoekschrift heeft ingediend, is de rechtbank van oordeel dat hij daarvoor dan ook niet vergoed kan worden in de door een derde verleende rechtsbijstand.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- bepaalt dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 368,- aan verzoeker te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 837,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T. Peters, rechter, in aanwezigheid van mr. S.A. de Roo, griffier, op 24 augustus 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak en de tussenuitspraak/tussenuitspraken, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.