ECLI:NL:RBZWB:2023:6411
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de eigenwoningvrijstelling bij schenkingen en de gevolgen van ontbinding van een schenking
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 12 september 2023, wordt de toepassing van de eigenwoningvrijstelling voor schenkbelasting beoordeeld in het kader van schenkingen die belanghebbende in 2018 en 2019 van haar ouders heeft ontvangen. De inspecteur had de toepassing van de eigenwoningvrijstelling slechts gedeeltelijk toegestaan, omdat er in 2008 al een beroep was gedaan op een eenmalig verhoogde vrijstelling. De rechtbank oordeelt echter dat de eigenwoningvrijstelling volledig moet worden toegepast, omdat de schenking uit 2008 met wederzijds goedvinden is ontbonden. Hierdoor is feitelijk geen gebruik meer gemaakt van de eenmalig verhoogde vrijstelling, en moet het beroep op de vrijstelling uit 2008 worden weggedacht. De rechtbank verwijst naar een kennisgroepstandpunt van de Belastingdienst dat stelt dat bij herroeping van een schenking om andere dan fiscale redenen, de herroepen schenking voor de toepassing van de vrijstelling wordt weggedacht. De rechtbank concludeert dat de aanslagen schenkbelasting voor de jaren 2018 en 2019 moeten worden verminderd tot nihil, wat betekent dat belanghebbende geen schenkbelasting hoeft te betalen. De uitspraak benadrukt het belang van de omstandigheden waaronder schenkingen zijn gedaan en de gevolgen van ontbinding van schenkingen voor de toepassing van belastingvrijstellingen.