ECLI:NL:RBZWB:2023:6506

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 september 2023
Publicatiedatum
14 september 2023
Zaaknummer
10655312 CV EXPL 23-2356 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Rechters
  • mr. Ponds
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstek in consumentenkoop met gedeeltelijke vernietiging van de overeenkomst en toewijzing van een schadevergoeding

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 september 2023 uitspraak gedaan in een verstekprocedure tussen de besloten vennootschap [eiseres] B.V. en gedaagde [gedaagde01]. De eiseres vorderde betaling van een bedrag van € 147,73, vermeerderd met wettelijke rente, als gevolg van een consumentenkoop waarbij gedaagde niet is verschenen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een koopovereenkomst is gesloten tussen gedaagde en de webwinkel van [webwinkel01], waarbij gedaagde de optie 'achteraf betalen met [eiseres]' heeft gekozen. Eiseres heeft de vordering uit hoofde van de koopovereenkomst gecedeerd aan eiseres.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de webwinkel en eiseres niet hebben voldaan aan de precontractuele en contractuele informatieverplichtingen zoals vastgelegd in artikel 6:230m en volgende van het Burgerlijk Wetboek. De rechter heeft vastgesteld dat de consument niet op duidelijke wijze is geïnformeerd over de voorwaarden van de koopovereenkomst, wat leidt tot een schending van de informatieverplichtingen. Hierdoor is de kantonrechter van oordeel dat gedeeltelijke vernietiging van de overeenkomst op zijn plaats is, waarbij 25% van de koopsom wordt vernietigd. Dit resulteert in een toewijzing van € 78,30 aan hoofdsom.

Daarnaast heeft de kantonrechter de gevorderde wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten gedeeltelijk toegewezen, maar de buitengerechtelijke kosten zijn afgewezen omdat niet is voldaan aan de vereisten van artikel 6:96 lid 6 BW. Gedaagde is veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 274,84. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I Civiele kantonzaken
Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 10655312 CV EXPL 23-2356
vonnis d.d. 13 september 2023
inzake
de besloten vennootschap
[eiseres] B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats] ,
eiseres,
gemachtigde: Gerechtsdeurwaarderskantoor Van Lith B.V.
,
tegen
[gedaagde01],
wonende te [postcode01] [plaats01] , [adres01] ,
gedaagde,
niet verschenen.

1.Het verloop van het geding

De procesgang blijkt uit de dagvaarding van 21 juli 2023 met producties.

2.De beoordeling

2.1
Eiseres heeft op de bij dagvaarding omschreven gronden, welke hier als herhaald en ingelast gelden, gevorderd gedaagde te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 147,73 te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 104,40 vanaf 21 juli 2023 tot de dag der algehele voldoening, met veroordeling van gedaagde in de proceskosten.
2.2
Gedaagde is, hoewel behoorlijk gedagvaard, niet ter zitting verschenen en heeft ook niet tijdig een schriftelijk antwoord ingediend of om uitstel verzocht, zodat tegen deze verstek is verleend.
2.3
Eiseres stelt dat tussen gedaagde als consument en de webwinkel van [webwinkel01] (hierna: de webwinkel) als verkoper, een koopovereenkomst is gesloten, waarbij gedaagde bij het afrekenen heeft gekozen voor de optie “achteraf betalen met [eiseres] ”. [eiseres] B.V. heeft op haar beurt de vordering uit hoofde van de koopovereenkomst gecedeerd aan eiseres.
Eiseres stelt voorts dat de webwinkel en/of [eiseres] B.V. - de rechtsvoorgangster van eiseres – bij het tot stand komen van de koopovereenkomst hebben voldaan aan de precontractuele en contractuele informatieverplichtingen van artikel 6:230m en volgende van het Burgerlijk Wetboek (BW).
2.4
De kantonrechter overweegt het volgende.
2.5
De overeenkomst is gesloten op afstand tussen een handelaar en een consument. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet ter bescherming van de consument aan de essentiële wettelijke (pre)contractuele informatieverplichtingen van de artikel 6:230m lid 1 onder a, b, c, e, f, g, h, o en p en 6:230v BW worden voldaan. Dat aan deze verplichtingen is voldaan, dient gemotiveerd te worden gesteld en onderbouwd. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd, dus ook als er geen verweer is gevoerd. Zie, onder meer, het arrest van de Hoge Raad van 12 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1677). De informatie genoemd in artikel 6:230m BW dient op duidelijke en begrijpelijke wijze door de handelaar aan de consument te worden verstrekt.
Als daarbij precontractuele informatie in de algemene voorwaarden wordt opgenomen, moet worden voldaan aan de eisen die zijn genoemd in het Tiketa-arrest (HvJ EU 24 februari 2022, ECLI:EU:C:2022:112).
2.6
Ten aanzien van de verplichting om als handelaar de consument op duidelijke en begrijpelijke wijze te informeren ten aanzien van de termijn en wijze van levering (artikel 6:230m lid 1 onder g BW) en het recht op ontbinding/herroeping (artikel 6:230m lid 1 onder h BW) verwijst eiseres naar de algemene voorwaarden van de handelaar. Met de vermelding van voornoemde informatie in de algemene voorwaarden van de handelaar is niet voldaan aan de voornoemde precontractuele informatieverplichting. De kantonrechter overweegt daartoe als volgt. In het bestelproces is vereist dat de consument door middel van het aanvinken van een daartoe bestemd vakje expliciet zijn akkoord kan geven ten aanzien van de door de handelaar gehanteerde algemene voorwaarden vóór het sluiten van de overeenkomst. Met de werkwijze van de handelaar zoals blijkt uit de overgelegde printscreens wordt aan dat vereiste niet voldaan.
2.7
Gelet op voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat sprake is van een schending van de (pre)contractuele informatieverplichtingen en dat gedeeltelijke vernietiging van de overeenkomst derhalve passend is. De kantonrechter overweegt daarbij dat een vernietiging van 25% van de koopsom op zijn plaats is. Dit betekent dat een bedrag van € 78,30
(€ 104,40 x 0,75) aan hoofdsom kan worden toegewezen.
2.8
Nu een lagere hoofdsom wordt toegewezen is de door eiseres gevorderde wettelijke rente niet volledig toewijsbaar. Daarom zal de wettelijke rente als in het dictum worden toegewezen.
2.9
De eisende partij maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De gevorderde vergoeding komt echter niet voor toewijzing in aanmerking,
nu niet gebleken is dat in de aanmaning aan de gedaagde partij een betalingstermijn van 14 dagen is gegeven ingaande de dag na ontvangst daarvan, zoals vereist door artikel 6:96 lid 6 BW. In dit verband wordt verwezen naar de uitspraak van de Hoge Raad van 25 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2704.
2.1
Gedaagde zal als de hoofdzakelijk in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. De proceskosten aan de zijde van eiseres worden vastgesteld op:
dagvaardingskosten € 107,84,
griffierecht € 128,00
salaris gemachtigde
€ 39,00
totaal € 274,84.
2.11
De nakosten aan de zijde van eiser worden begroot op € 19,50 (half salarispunt met een maximum van € 132,00) aan salaris gemachtigde, als niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan dit vonnis is voldaan, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na aanschrijving, alsmede te vermeerderen met de explootkosten van betekening van dit vonnis, als er vervolgens betekening heeft plaatsgevonden.

3.De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt gedaagde om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiseres te betalen een bedrag van € 78,30, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf de datum van verzuim tot aan de dag van volledige betaling;
veroordeelt gedaagde in de kosten van dit geding, aan de zijde van eiseres tot op heden vastgesteld op € 274,84;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ponds, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 13 september 2023.