Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de mondelinge behandeling van 15 september 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de pleitnota van [eiser01]
- de pleitnota van [gedaagde01] .
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter op 25 september 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser01] en [gedaagde01] B.V. [eiser01] vorderde wedertewerkstelling na op non-actiefstelling door haar werkgever, [gedaagde01] , in afwachting van een ontslagaanvraag bij het UWV. De kantonrechter oordeelde dat [gedaagde01] [eiser01] zonder redelijke en voldoende zwaarwegende grond op non-actief had gesteld. De rechter benadrukte dat een non-actiefstelling een ingrijpende maatregel is die vaak een diffamerend karakter heeft voor de werknemer. De kantonrechter concludeerde dat [eiser01] een spoedeisend belang had bij haar vordering, aangezien de beslissing van het UWV enige tijd op zich zou laten wachten en [eiser01] niet gedwongen kon worden om gedurende deze periode vrijgesteld te zijn van haar werkzaamheden zonder gegronde reden. De rechter wees de vorderingen van [eiser01] toe, inclusief de toegang tot haar digitale werkomgeving en een rectificatie van de werkgever. Tevens werd [gedaagde01] veroordeeld in de proceskosten.