ECLI:NL:RBZWB:2023:6787
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op bezwaar inzake persoonsgebonden budget WMO
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen het niet tijdig beslissen van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda op haar bezwaar van 11 november 2022. Dit bezwaar betreft een besluit van 3 oktober 2022, waarin aan eiseres een persoonsgebonden budget op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning werd toegekend voor 3,5 uur persoonlijke begeleiding per week. Eiseres heeft op 18 juli 2023 een aanvullend beroepschrift ingediend, waarin zij aangeeft dat het college inmiddels een besluit op bezwaar heeft genomen met dagtekening 15 juni 2023, dat zij op 21 juni 2023 heeft ontvangen. Eiseres verzoekt het college tevens om vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank heeft het college om nadere informatie gevraagd naar aanleiding van het aanvullend beroepschrift en het verweerschrift. Het college heeft deze informatie overgelegd en verzocht om afwijzing van het verzoek om proceskostenveroordeling. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiseres inmiddels bekend was met de beslissing op bezwaar van het college. De bestuursrechter kan een partij veroordelen in de kosten die een andere partij in verband met de behandeling van het beroep bij de bestuursrechter heeft moeten maken, ook als het beroep niet-ontvankelijk is.
De rechtbank stelt vast dat eiseres op het moment van het instellen van het beroep niet bekend was met het besluit op bezwaar, dat niet aangetekend was verzonden en niet voorzien was van een juiste adressering. Hierdoor is het college niet in staat geweest om aan te tonen dat het besluit op bezwaar op de juiste wijze is verzonden. De rechtbank komt tot de conclusie dat het college het griffierecht van € 50,- aan eiseres moet vergoeden en veroordeelt het college tot betaling van € 418,50 aan proceskosten aan eiseres, omdat het college aan het beroep van eiseres is tegemoetgekomen. De kosten van de bezwaarprocedure worden niet vergoed, omdat er geen sprake is van herroeping van het bestreden besluit.