ECLI:NL:RBZWB:2023:817
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor een eenmanszaak in de trouwbranche
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 10 februari 2023, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst behandeld. De inspecteur had aan belanghebbende voor het jaar 2018 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 57.828. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar de inspecteur verklaarde het bezwaar ongegrond. De rechtbank heeft het beroep op 24 januari 2023 behandeld, waarbij belanghebbende en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de inspecteur.
De rechtbank beoordeelt of het inkomen dat belanghebbende uit haar eenmanszaak heeft behaald, moet worden aangemerkt als winst uit onderneming of als resultaat uit overige werkzaamheden (ROW). Belanghebbende had in 2018 aangifte gedaan naar een belastbaar inkomen van € 49.835, maar de inspecteur stelde dat er geen winst uit onderneming was en dat het inkomen als ROW moest worden aangemerkt. De rechtbank concludeert dat, ondanks de inspanningen van belanghebbende, het inkomen niet kan worden aangemerkt als winst uit onderneming. De rechtbank wijst op de beperkte omzet en het ontbreken van een ondernemersrisico.
De rechtbank oordeelt dat het beroep ongegrond is en bevestigt de aanslag IB/PVV voor het jaar 2018, evenals de belastingrentebeschikking. Belanghebbende krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.