In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen het besluit van de Belastingdienst/Toeslagen van 19 december 2022, waarin de herziening en terugvordering van de zorgtoeslag en huurtoeslag over het jaar 2021 aan de orde zijn. Eiseres, die in 2021 samenwoonde met haar partner en zoon, ontving in dat jaar voorschotten voor zorg- en huurtoeslag op basis van een gezamenlijk toetsingsinkomen van € 23.700,-. Echter, na meldingen van de Basisregistratie Inkomen bleek dat het werkelijke inkomen hoger was, wat leidde tot een herziening van de toeslagen. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, ondanks haar argumenten over haar financiële situatie en de complexiteit van de regelgeving. De rechtbank oordeelt dat de Belastingdienst/Toeslagen terecht de herziening heeft doorgevoerd en dat eiseres de teveel ontvangen toeslagen moet terugbetalen. De rechter heeft wel begrip voor de situatie van eiseres, maar de wet biedt weinig ruimte voor afwijkingen in de terugvordering. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan op 15 december 2023 en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.