Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 maart 2024 in de zaak tussen
[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende,
de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg, de heffingsambtenaar,
de Staat der Nederlanden (Minister van Justitie en Veiligheid).
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Feiten
uitsluitend [zal] worden bestemd om te worden gebruikt als ondersteuning en begeleiding van gehandicapten, huisvesting van gehandicapten, jeugdzorg met overnachting, dagverblijven en logeren’. Daarnaast is in de huurovereenkomst opgenomen dat de huurder voor de omzetbelasting vrijgestelde prestaties verricht en dat de huur per kwartaal € 44.906,25 (inclusief vergoedingen voor de omzetbelasting op de exploitatiekosten van € 1.500 en inclusief btw-schade stichtingskosten van het gehuurde van € 5.906,25) bedraagt.
Overwegingen
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart de beroepen ongegrond;
- veroordeelt de heffingsambtenaar tot het betalen van een vergoeding van immateriële schade aan belanghebbende tot een bedrag van € 25;
- veroordeelt de Staat tot het betalen van een vergoeding van immateriële schade aan belanghebbende tot een bedrag van € 75;
- veroordeelt de heffingsambtenaar tot betaling van € 109,38 aan proceskosten aan belanghebbende;
- veroordeelt de Staat tot betaling van € 109,38 aan proceskosten aan belanghebbende;
- bepaalt dat de minister van het griffierecht € 25 aan belanghebbende moet vergoeden;
- bepaalt dat de heffingsambtenaar van het griffierecht € 25 aan belanghebbende moet vergoeden.