Beoordeling door de rechtbank
7. De rechtbank beoordeelt of het college op goede gronden heeft geoordeeld dat de zoon van eiseres sinds 3 augustus 2022 zijn hoofdverblijf heeft in de woning van eiseres, zodat vanaf die datum de kostendelersnorm op basis van een tweepersoonshuishouden moet worden toegepast. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
8. Met het bestreden besluit heeft het college ook beslist dat het verzoek om een proceskostenvergoeding wordt toegewezen tot een bedrag van € 1.194,00 en dat het bezwaar van eiseres tegen de brief van 9 januari 2023 niet-ontvankelijk is. Eiseres heeft daartegen geen beroepsgronden aangevoerd. De rechtbank beoordeelt dat daarom niet.
9. De rechtbank is van oordeel dat het college op goede gronden heeft beslist dat vanaf 3 augustus 2022 de kostendelersnorm op basis van een tweepersoonshuishouden moet worden toegepast
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
10. De voor de beoordeling van het beroep belangrijke wet- en regelgeving is te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.
11. Eiseres stelt dat de kostendelersnorm ten onrechte wordt toegepast per 3 augustus 2022 omdat buiten haarzelf niemand anders hoofdverblijf heeft op het uitkeringsadres. De constateringen waar het college zijn besluit op baseert, zijn volgens eiseres onvoldoende om te kunnen concluderen dat het zwaartepunt van het persoonlijk leven van haar zoon in haar woning zou zijn.
12. Het college stelt zich op het standpunt dat het, gelet op de verschillende constateringen in samenhang bezien, heeft kunnen concluderen dat de zoon van eiseres sinds 3 augustus 2022 zijn hoofdverblijf heeft op het adres van eiseres. Het college stelt dan ook dat het terecht de kostendelersnorm per 3 augustus 2022 van toepassing heeft verklaard.
Hoofdverblijf op uitkeringsadres?
13. In geschil is of de zoon van eiseres vanaf 3 augustus 2022 kan worden aangemerkt als meerderjarige kostendelende medebewoner. Daarvoor is van belang of de zoon van eiseres hoofdverblijf had op het uitkeringsadres.
14. De rechtbank overweegt dat een besluit tot herziening van een uitkering een voor de betrokkene belastend besluit is. Dit brengt met zich mee dat het in de eerste plaats aan het college is om de nodige kennis te vergaren over de relevante feiten en omstandigheden die daaraan ten grondslag liggen. Dit betekent dat het college aannemelijk moet maken dat aan de voorwaarden voor herziening is voldaan. Het is daarom aan het college om aannemelijk te maken dat de zoon van eiseres in de periode in geding zijn hoofdverblijf had op het uitkeringsadres.
15. Op welk adres de zoon van eiseres in de Basisregistratie Personen (BRP) staat ingeschreven, is niet bepalend voor waar hij zijn hoofdverblijf heeft.De vraag waar iemand zijn hoofdverblijf heeft, moet volgens vaste rechtspraakvan de Centrale Raad van Beroep (CRvB), de hoogste bestuursrechter in dit soort zaken, worden beantwoord aan de hand van concrete feiten en omstandigheden. Er moet worden beoordeeld waar het zwaartepunt van het persoonlijk leven van de betrokkene zich bevindt.
16. Het college heeft in het kader van het onderzoek naar de woon- en leefsituatie van eiseres onder meer diverse registratiesystemen geraadpleegd, waarnemingen gedaan bij de woning van eiseres en bankafschriften en jaarrekeningen met betrekking tot gas- water en energie van eiseres opgevraagd. Ook heeft het college op 12 september 2022 een onaangekondigd huisbezoek afgelegd aan de woning van eiseres. Tijdens dat huisbezoek is eiseres gehoord.
17. Blijkens de rapportage van het rechtmatigheidsonderzoek is de zoon van eiseres in de periode van 3 augustus 2022 tot 2 november 2022 vier maal aangetroffen in de woning van eiseres. Zijn auto, een witte Seat Ibiza met kenteken [kenteken] , is in diezelfde periode bij 44 waarnemingen 39 keer aangetroffen bij de woning van eiseres. Dit werd in het merendeel van de gevallen geconstateerd in de vroege ochtend omstreeks 6:20 uur. In de periode van 3 augustus 2022 tot en met 3 september 2022, toen eiseres in het buitenland verbleef, is de auto 15 keer aangetroffen voor de woning van eiseres. Tijdens het onaangekondigde huisbezoek werd een volledig ingerichte slaapkamer aangetroffen die duidelijk in gebruik was. Er werden een volledige garderobe aan herenkleding, etenswaar, een ruim aantal verzorgingsspullen en persoonlijke spullen zoals een paspoort, foto’s en een Rabo-scanner aangetroffen. Eiseres verklaarde tijdens het huisbezoek tegen de rapporteur dat haar zoon in die slaapkamer de nachten doorbrengt. In de papiercontainer van eiseres werden een tweetal poststukken op naam van haar zoon gevonden.
18. De rechtbank is op basis van de feiten en omstandigheden die hiervoor vermeld worden, gezamenlijk en in onderlinge samenhang bezien, van oordeel dat het college voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het zwaartepunt van het persoonlijk leven van de zoon van eiseres zich in de beoordelingsperiode in de woning van eiseres bevond. De rechtbank acht met name van belang dat de zoon van eiseres en zijn auto regelmatig op het uitkeringsadres zijn aangetroffen, ook in de periode dat eiseres in het buitenland verbleef. De aanwezigheid van de auto bij de woning kan gelet daarop niet worden verklaard door eventueel gebruik van de auto door eiseres. Dat het werk van de zoon in de buurt van de woning is, geeft ook geen afdoende verklaring voor de aanwezigheid van de auto bij de woning, mede gelet op het vroege tijdstip waarop de auto bij de woning van eiseres werd gezien. Verder acht de rechtbank van belang dat tijdens het huisbezoek een volledig ingerichte slaapkamer werd aangetroffen, die duidelijk in gebruik was. Eiseres heeft verklaard dat haar zoon in deze slaapkamer de nachten doorbrengt. In de slaapkamer werd een complete herengarderobe aangetroffen. Eiseres heeft in dat verband verklaard dat zij de kleding van haar zoon zou wassen en strijken. Dat kan de aanwezigheid van de daarnaast aangetroffen verzorgingsproducten en persoonlijke spullen echter niet verklaren.
19. Eiseres heeft hier alleen tegenin gebracht de foto’s van de slaapkamer aan [adres 2] . Volgens eiseres blijkt daaruit dat haar zoon hoofdverblijf heeft op het adres van haar andere zoon, nu op deze foto’s twee bedden te zien zijn. De rechtbank constateert allereerst dat deze foto’s van latere datum zijn en dus niet veel zeggen over de periode in geding. Bovendien stemt de situatie op de foto’s niet overeen met de informatie in het mutatierapport van de politie van 26 oktober 2022, waaruit volgt dat op dat moment slechts één bed in de slaapkamer stond. Ook heeft de woningcorporatie aan het college laten weten dat nooit toestemming is gevraagd voor inwoning van de zoon bij zijn broer.
20. Gelet op het voorgaande concludeert de rechtbank dat het college zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat eiseres en haar zoon in de beoordelingsperiode hun hoofdverblijf hadden in dezelfde woning, namelijk in de woning van eiseres.
21. Naar het oordeel van de rechtbank had eiseres het verblijf van haar zoon in haar woning moeten melden bij het college, omdat dit van belang is voor de vaststelling van het recht op een uitkering. Het is niet in geschil dat eiseres het verblijf van haar zoon niet heeft gemeld. Eiseres heeft daarom de inlichtingenplicht van artikel 17, eerste lid, eerste zin, van de Participatiewet geschonden.
22. De rechtbank is vervolgens van oordeel dat het college de zoon van eiseres over de periode in geding terecht als kostendelende medebewoner als bedoeld in artikel 19a, eerste lid, van de Participatiewet heeft aangemerkt. Op grond van artikel 22a, eerste lid, van de Participatiewet was in de periode in geding de kostendelersnorm van toepassing. Deze bepaling is dwingendrechtelijk van aard.
23. Omdat de schending van de inlichtingenplicht heeft geleid tot een te hoog bedrag aan verleende bijstand, was het college verplicht om het recht op uitkering te herzien over de periode waarin de kostendelersnorm van toepassing was.