ECLI:NL:RBZWB:2024:7835
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijkverklaring van bezwaar tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 8 november 2024, wordt het beroep van belanghebbende tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn bezwaar tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting behandeld. De heffingsambtenaar van de gemeente Breda had het bezwaar van belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard omdat het niet tijdig was ingediend. Belanghebbende, vertegenwoordigd door mr. drs. R. de Nekker, betwistte deze verklaring en stelde dat zijn bezwaar wel degelijk tijdig was ingediend. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar het bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard, maar dat vernietiging van de uitspraak op bezwaar niet noodzakelijk is, aangezien de naheffingsaanslag al ambtshalve was vernietigd. De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenvergoeding, omdat de heffingsambtenaar niet verantwoordelijk was voor de situatie die tot de naheffingsaanslag leidde. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, omdat de belangen van belanghebbende niet gediend zijn met een vernietiging van de uitspraak op bezwaar.