ECLI:NL:RBZWB:2024:7851
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Kort geding
- mr. Zander
- Rechtspraak.nl
Verstekvonnis in kort geding over loonvordering en verstrekking van bruto/netto-specificaties
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 29 oktober 2024 een verstekvonnis uitgesproken in een kort geding. De eiseres, die gedeeltelijk kosteloos procedeert op basis van een toevoeging, heeft de vennootschap onder firma (VOF) en haar vennoten gedagvaard wegens een loonvordering. De VOF is niet verschenen op de zitting, waardoor verstek is verleend. De eiseres vordert onder andere betaling van achterstallig loon, wettelijke verhoging, en deugdelijke bruto/netto-specificaties. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eiseres een spoedeisend belang heeft bij de gevorderde voorzieningen, aangezien zij haar loon nodig heeft voor haar levensonderhoud. De gevorderde voorzieningen zijn toewijsbaar bevonden, met uitzondering van de vakantietoeslag die pas in mei hoeft te worden uitgekeerd. De wettelijke verhoging is beperkt tot 25%. De VOF is veroordeeld in de proceskosten van de eiseres, die zijn begroot op € 905,92. De kantonrechter heeft de VOF hoofdelijk veroordeeld tot betaling van het achterstallige loon, de wettelijke verhoging, en de verstrekking van de bruto/netto-specificaties binnen twee weken na betekening van het vonnis, op straffe van een dwangsom.